Anvaing

Filed Under (Deel 4, Henegouwen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_anvaingAnvaing, gelegen aan de Rhosne (een bijrivier van de Schelde), verwierf ook bekendheid in de hedendaagse geschiedenis. Op 28 mei 1940 werd in het kasteel van Anvaing het protokol van de overgave van het Belgisch leger getekend.

Anvaing werd reeds vermeld in 863 als «Anvinium», dat later gewijzigd werd in Anvennis en Anven. Vanaf het einde van de 12de eeuw schreef men Anvaing en die benaming bleef sindsdien ongewijzigd.

Het territorium van Anvaing grensde aan een oude landweg die tijdens de Romeinse bezetting werd aangelegd en die Bavay verbond met de kust. Vlak bij deze weg, in de onmiddellijke omgeving van Anvaing, werd in 1864 een schat gevonden. Tijdens aanplantingswerken stootte men op twee gouden halsringen en een vijftigtal gouden munten die dateren van ca. 200 voor Kristus. Deze schat uit de Keltische tijd berust momenteel in het «Metropolitan Museum of Art» in New-York.

In de negende eeuw behoorde het grootste gedeelte van Anvaing aan de abdij van Saint-Amanden-Pévèle, in de kastelnij van Rijsel (Lille). De heer van Anvaing was prokureur van Saint-Amand, wat inhield dat hij de wettelijke beschermheer was van de goederen die de abdij bezat. Dit grondgebied — dat vermoedelijk meer dan 100 ha bestreek — werd in verschillende feodale lenen opgesplitst. In één van die lenen, de heerlijkheid van «Wangermées», zou het kasteel van Anvaing gebouwd worden.

…/…

De familie de Lannoy is een vooraanstaand geslacht uit Frans-Vlaanderen, genoemd naar het plaatsje Lannoy-du-Nord, noordoostelijk van Rijsel (Liiie). De Sint-Filipskerk van Lannoy-du-Nord werd rond 1500 gesticht door Philippe de Lannoy (t 1535), kamerheer van keizer Karel V.

Evenals de huizen de Croÿ en de Lalaing leverde de familie de Lannoy vele dienaren aan de Boergondische en Habsburgse landsvorsten.

Naar aanleiding van zijn (derde) huwelijk met Isabella van Portugal — op 7 januari 1430 — riep Filips de Goede, in het stadje Sluis, de Orde van het Gulden Vlies in het leven. Op die dag werden 23 ridders — allen persoonlijk door de hertog verkozen — vereerd met de keten van die Orde. Onder deze uitverkorenen bevonden zich twee telgen van de familie de Lannoy: Hugues en Baudouin. In totaal zullen er niet minder dan zestien graven de Lannoy vereerd worden met deze hoge ridderorde.

De familie de Lannoy, die vanaf de 15de eeuw in het bezit was van talrijke baronieën en graafschappen, telde heel wat vooraanstaande en belangrijke leden, waarvan we enkelen noemen:

  • — Hugues de Lannoy (1384 — Rijsel 1 mei 1456), heer van Saintes; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; stadhouder van Holland en Zeeland; enz., was een geducht krijgsman en talentvol diplomaat in dienst van de Boergondische hertogen;
  • — Gilbert de Lannoy (t 22 april 1462), heer van Villerval, Tronchiennes, Saintes (vanaf 1456); ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., was één der belangrijkste figuren aan het hof van Filips de Goede, voor wie hij regelmatig als gezant optrad, o.a. op het Concilie van Bazel in 1433. Hij was ook te vinden op alle Europese slagvelden van zijn tijd. Zijn talrijke reizen heeft hij uitgebreid beschreven (“Voyages en Ambassades”) en deze werken vormen een belangrijke bron van kennis omtrent de toestanden en levensomstandigheden in de landen die hij bezocht;
  • — Jean de Lannoy (27 april 1410 — 18 maart 1493), stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland; goeverneur van Rijsel, Dowaai en Orchies; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; raads- en kamerheer van Filips de Goede van Boergondië; enz., werkte o.a. mee aan de totstandkoming van de Vrede van Atrecht (1682). Hij verbouwde het voorvaderlijk kasteel en stichtte de ommuurde stad Lannoy;
  • — Charles de Lannoy (Valenciennes 1482 — Gaëta 23 september 1527), heer van Senzeilles, Maingoval, enz.; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., vervulde hoge ambten aan de hoven van Filips de Schone en keizer Karel V. In maart 1522 werd Charles de Lannoy onderkoning van Napels en in 1523 kapitein-generaal van de verbonden strijdkrachten die in Italië tegen Frankrijk streden. Hij was één der bevelhebbers van het keizerlijk leger in de Slag van Pavia (24 februari 1525), waarbij het hem lukte de Franse koning, Frans 1, gevangen te nemen. Nadat de Fransen verslagen waren bracht Charles de Lannoy de Franse koning — op eigen initiatief — naar Spanje, waar deze in het Alcazar te Madrid werd opgesloten. Hij bracht de verzoening tot stand tussen Frans 1 en keizer Karel V.

Hierbij werd de Franse koning verplicht een verdrag te ondertekenen waardoor hij afstand deed van Boergondië, het hertogdom Milaan en de stad Doornik. Frans 1 moest eveneens …..

Veel meer over Anvaing in de boekenreeks  “Van Kasteel naar Kasteel” deel 4 van kasteel-o-loog Paul Arren.

Beloeil

Filed Under (Deel 4, Henegouwen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_beloeilBeloeil, het antieke «Balliolum» (= versterkte plaats), op de Romeinse heirbaan van Bavai, moet al heel vroeg in de geschiedenis een baronie geweest zijn. Beloeil was eertijds een leen (later pairschap) van het graafschap Namen en in 1146 zou Nicolas de Condé er al een kasteel hebben bewoond. Door het huwelijk van Jeanne de Condé met Fastré de Ligne — in 1306 — kwam Beloeil in het bezit van de illustere familie de Ligne, die het kasteeldomein tot op vandaag kon behouden. Vanaf Heirbrand de Ligne — de oudst gekende vertegenwoordiger — hebben de de Ligne’s zich altijd onderscheiden bij alle belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van het Westen.

…/…

Michel de Ligne, oudste zoon van Fastré, die zijn vader opvolgde in 1337, was een echte vechtjas. Hij nam niet alleen deel aan alle toernooien die er ingericht werden, maar was tevens terug te vinden op alle slagvelden uit zijn tijd, zelfs tot in Schotland toe. Eén dezer veldslagen werd hem noodlottig, hij sneuvelde in 1345 in de Slag van Staveren (Stavoren), tegen de Friezen. Michel I de Ligne was getrouwd met zijn nicht Anne d’Antoing, vrouwe van Briffoeil, dochter van Wéry d’Antoing. Zij schonk hem één zoon: Michel II.

Michel II de Ligne, grootbaljuw van Henegouwen, enz., erfde in 1345 alle titels en eigendommen van zijn vader. Hij huwde met Eléonore de Coucy, oudste dochter van Philippe de Coucy, burggraaf van Meaux, enz., en van Jeanne de Cany. Michel II de Ligne had één wettige dochter, Eléonore de Ligne, die echter jong stierf. Per testament benoemde hij zijn oom Willem tot universeel erfgenaam.

…/…

Antoon I de Ligne, bijgenaamd «de grote duivel» (door zijn stoutmoedige heldhaftigheid), was net 18 jaar toen hij — na de dood van zijn vader — in het bezit kwam van een ontzaglijk fortuin en een groot aantal aanzienlijke en uitgestrekte heerlijkheden. Antoon I de Ligne was een knap diplomaat, die onderhandelde met Margaretha van Oostenrijk, Hendrik VIII van Engeland; enz., en zoals prins Albert de Ligne het in zijn werk «Histoire généalogique de la Maison de Ligne» uitdrukt :

  • «Een opvallende verschijning, deze edelman, vergezeld van een landsknecht, die de hand van zijn heerseres en weldoenster kust maar eist dat zij hem gelijk geeft; die wel wil dienen maar op wiens tenen men niet moet trappen; die steden inneemt in galop! Hij staat op moed en rechtvaardigheid. Bovendien is hij een goed jager en een uitstekend schutter. De ijzeren vogel die hij met de kruisboog neerhaalde en die op de lijst van zijn portret prijkt is een bewijs van zijn vaardigheid; zijn twee natuurlijke dochters een bewijs van zijn amoureuze avonturen …».
…/…
Claude-Lamoraal I, prins de Ligne (18 oktober 1618 — 21 december 1670), prins van Amblise, Epinoy en van het Heilig Roomse Rijk; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., was een schitterend diplomaat maar ook een ervaren krijgsman, die zijn mannetje stond in diverse veldslagen. Op 14 mei 1643 huwde hij — met pauselijke dispensatie — met Maria-Clara van Nassau-Siegen, weduwe van zijn broer prins Albert-Hendrik. In dat huwelijk werden elf kinderen geboren:
  • — Hendrik-Ernest, die volgt;
  • — Nicolaas, overleed als baby;
  • — Françoise-Lamberte, stierf op 10 juni 1647, 6 maanden oud;
  • — François-Albert, stierf — 1 jaar oud — op 1 februari 1650;
  • — Claire-Louisa (+ 1684), huwde met Raimondo de Lancastro y Portugal (+ 5 november 1665), hertog van Aveiro, Torres Nueves en Ciudad Real; markies van Maste-Major; enz.,
  • …/…

Het kasteel van Beloeil heeft herhaaldelijk belangrijke veranderingen ondergaan, waardoor het gaandeweg zijn middeleeuws uitzicht en verdedigingskenmerk verloor; tenslotte werd het geheel grondig gemoderniseerd. De oprichting van het majestatische kasteel van Beloeil moet een hele tijd in beslag genomen hebben en de bouw werd voltooid met de oprichting van de twee vrijstaande zijvleugels.

De linkervleugel — die als koetshuis dienst deed — heeft aan de voorzijde een fronton — voorzien van het jaartal 1682 — met, in reliëf, het wapen van Maria-Clara van Nassau (Brussel 7 oktober 1621 — Beloeil 1695), prinses de Ligne, enz.

De rechtervleugel, waarin vroeger de paardestallen waren ondergebracht (en waarin later de prachtige O.-L.-Vrouwekapel werd ingericht), werd in 1699 door haar zoon, prins Hendrik-Ernest (1644-1702), voltooid.

Op 14 december 1900 werd het kasteel verwoest door een hevig uitslaande brand, die enorme schade aan het gebouw aanrichtte. Het prachtig meubilair en de kunstverzamelingen (schilderijen, boeken, kunstvoorwerpen, enz.) konden gelukkig grotendeels gered worden, dankzij de buitengewone hulpvaardigheid van de plaatselijke bevolking, die zeer gehecht was aan haar prinsen.

De beide zijvleugels bleven gevrijwaard van zware brandschade en zij zijn dan ook de enige autentieke overblijfselen van het monumentale geheel dat Beloeil was op het einde van de 17de eeuw. In 1901 werd het kasteel herbouwd — op hetzelfde grondplan, maar moderner — door de Parijse architekt Sanson.

Het kasteelinterieur is buitengewoon rijk aan meubelen, schilderijen, kunstvoorwerpen, e.d., een interieur, een vorst waardig! Ook de tuinen van Beloeil — terecht het «Belgische Versailles» genoemd, zijn een buitengewone streling voor het oog en een bezoek overwaard.

Veel meer over Beloeil, door kasteel-o-loog Paul Arren,  is te vinden in deel 4 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel”.

Kasteel van Beerlegem

Filed Under (Deel 8, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_beerlegem

Beerlegem was een oude heerlijkheid die vroeger toebehoorde aan een familie van die naam. Theodoricus van Berleghem werd vermeld in een akte uit 1196 en in 1473 was Isabella van Berleghem erfvrouwe van Beerlegem, Heule, Leeuwergem; enz.    Zij huwde met Walter van der Gracht   (+ 1505), ridder; heer van Moorsel, Wevelgem; enz., zoon van Guidolphe van der Gracht en van Isabella de Halowin. Het gezin van der Gracht — van Berleghem had vijf kinderen, waaronder François, die opvolgde in Beerlegem.

François van der Gracht, ridder; grootbaljuw van Gent; heer van Leeuwergem; enz., huwde met Antoinette van Stavele, burggravin van Veurne; enz., die haar gemaal twee dochters schonk Anne en Elisabeth, waarvan de eerste opvolgde in de heerlijkheid Beerlegem.

In 1602 werd de heerlijkheid Rode (vroeger meestal Rhode(s) geschreven), door Hendrik IV, koning van Frankrijk, verkocht aan Simon Rodriguez (Antwerpen 1560 — aldaar 23 mei 1618), ridder; enz., zoon van Emanuel Rodriguez, zaakgelastigde van koning don Sebastiaan van Portugal in de Nederlanden; enz., en van dona Catharina Lopez de Elvas. Het heerlijk kasteel van Rode stond te Schelderode, tussen de kerk van die plaats en de Schelde. Het slot werd rond 1460 vernield maar onmiddellijk heropgebouwd. In de l6de eeuw werd het door de Beeldenstormers ingenomen en platgebrand, maar kort nadien verrees er een nieuwe burcht. Ten tijde van historiograaf Sanderus (1586-1664), was de versterking van Rode alweer in as gelegd en ditmaal was de vernieling definitief. Simon verwierf ook het kasteel Terslen in Derschel, waar hij regelmatig weelderige feesten gaf.

Simon Rodriguez, gehuwd met Anna Ximinez van Arragon, voegde bij zijn naam de titel d’Evora, naar de Portugese stad waarvan de familie afkomstig was. Tussen 1582 en 1596 kocht hij op de Meir te Antwerpen een indrukwekkend gebouwenkompleks, het latere grootwarenhuis Inno. De rijkdommen van de heer van Rode waren zo aanzienlijk, dat men hem «den cleynen coninck» noemde. Zijn hotel op de Meir werd dan ook in verschillende oude akten vermeld als »la casa del pequero Rey». In 1601 stichtte hij in de Vuyle- of Bargiestrate (de latere Otto Veniusstraat) een godshuis voor ouderlingen.

Simon Rodriguez d’Evora y Vega liet vier kinderen na :

  • Simon jr., die later aan bod komt;
  • Gracia, die volgt na haar broer Simon;
  • Maria, gehuwd met Karel Rijm, ridder; baron van Belle; heer van Schuervelt, Serkenbeke; enz.; en
  • Anna, getrouwd met Emmanuel de Bourgogne, heer van Lembecq; kapitein bij het regiment lansiers; enz.

Deze kinderen behielden — na de dood van hun vader — diens bezittingen in onverdeeldheid. In 1631 werd het vorstelijk hotel Rodriguez …/…

lees verder en meer in de reeks van auteur Paul Arren “Van Kasteel naar Kasteel” deel 8

Kasteel Hof Ter Saksen

Filed Under (Deel 3, Oost-Vlaanderen, Uncategorized) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , , ,

vknk_saksen

Het Hof Ter Saksen behoort tot het kastelenpatrimonium van de gemeente Beveren-Waas, de grootste gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen.

Het Hof Ter Saksen ligt, in een prachtig park, in het westen van de gemeente, op de weg naar Haasdonk.

Er verdwenen — in de loop der eeuwen — verschillende kastelen in Beveren; één van deze verdwenen kastelen, het «Kasteel van Beveren» op de Singelberg — een machtig waterslot — was vroeger één der belangrijkste burchten rond Antwerpen.

Dit kasteel was het centrum van de uitgestrekte heerlijkheid «Het Land van Beveren». Het was hét voornaamste in de rij van sterkten langs de waterkant, waartoe ook Kraaienhof (Zwijndrecht); Hof ten Damme (Kallo); Bardemara (Vrasene); ‘t Hof te Voorhoute (Kemzeke); enz. behoorden.

Vanop de markt de Kasteeldreef en de Polderdreef volgend, bemerkt men, na ca. 2,5 km, aan de linkerkant van de weg een aarden heuvel: de Singelberg, het vergeten symbool — de échte bakermat van Beveren. De oorspronkelijke benaming van de Singelberg is «Beverenbroeck»; het laatste gedeelte van deze naam verwijst naar het moerassige broekland.

De Singelberg is een kunstmatig opgeworpen hoogte, die als burchtheuvel of «motte» dienst deed. Daarop verhief zich een versterkt kasteel, dat met een waterring omgeven was. Dat vertelt ook de naam Singelberg, want «singel» is een synoniem voor gracht of wal.

…/…

De familie van Beveren, kasteleinen van Diksmuide, bleven het kasteel bezitten tot in het begin van de XIVde eeuw. De heerlijkheid van Beveren, met het kasteel van Beverenbroeck, ging toen over naar de graven van Vlaanderen, die er een kastelein aanstelden, doch er zelf ook regelmatig hun intrek namen.

In 1395 werd het kasteel, in opdracht van Filips de Stoute, gerestaureerd en in 1485 werden er opnieuw herstellingen uitgevoerd. Verschillende bestormingen, onder Filips de Goede en tijdens de krijgsgebeurtenissen in de l6de eeuw, brachten zware schade aan de burcht toe, en wel zodanig dat er in 1526 zelfs een ingestorte toren en een omgevallen walmuur terug dienden opgebouwd te worden.

Eind oktober 1576 staken Spaanse soldaten het vuur aan de huizen van de markt te Beveren. Alle huizen werden vernield, evenals het «Wethuis» met de aldaar bewaarde oude handvesten en dokumenten. Twee jaar later vielen Gentse Geuzen de gemeente binnen en plunderden de kerk en het Wilhelmietenklooster. Tevens veroverden deze Geuzen het kasteel van Beveren totdat, op 5 november 1583, de heer van Wissekerke, hoogbaljuw van het Land van Waas, zich terug meester maakte van het kasteel. In de archieven van het kasteel van Wissekerke, berustend in het rijks- archief van Gent, staat aangetekend op 5 november 1583:

«Mynheere van Wissekercke ende den commissaris generael George Basto vertrock met alle tcrygsvolk van Boistenblye naer Beveren; aldaer ghearriveert zynde, hebben tcasteel van voornoemde prochie met appointemente inneghenomen ende daerop ghelegt Spaegnaerden, ende zyn in de voorn. prochie ghefourieert gheweest …»

In 1584 werd op Beverenbroeck de overgave van Antwerpen getekend tussen Marnix van Sint-Aldegonde en Farnese, hertog van Parma, die, gedurende de tijd dat hij Antwerpen belegerde, zijn hoofdkwartier had op de burcht van Beveren.

Dit is maar een heel klein uittreksel van wat beschreven werd over Hof ter Saksen in deel 3 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Chimay

Filed Under (Deel 6, Henegouwen, kastelen) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , , , ,

chimay_pzSamen met de abdij van Achel, Orval, Rochefort, Westvleteren (uitgeroepen tot “beste bier ter wereld”), Westmalle en het Nederlandse Koningshoeven met o.a. La Trappe vormen zij de enige echte trappistenbierfamilie op onze  aardbol. Bezoek ook eens hun site:  www.chimay.com.

Het kasteel Chimay ligt in het centrum van de gelijknamige plaats, in de verste uithoek van de provincie Henegouwen, op 25 km van Beaumont.

Volgens een tekening uit 1608 maakte het kasteel van Chimay, gebouwd op een 16 meter hoge rots, deel uit van de stadsomwalling van Chimay, die geflankeerd werd door een twintigtal torens.

Het oudste gedeelte van het kasteel, de donjon of meestentoren, stamt uit de 12de eeuw, maar werd grondig verbouwd rond 1600. Hij heeft een rechthoekige plattegrond van 15 op 10 meter en kalkstenen muren van drie meter dikte.

Deze, strategisch goed gelegen, sterkte werd regelmatig het doelwit van belegeringen en liep dikwijls zware schade op. In 1340 kwam een Frans leger Chimay belegeren waarbij de stad en het kasteel grotendeels werden platgebrand. Chimay kreeg talrijke belegeringen te verduren in de 14de en 15de eeuw en ook later werd het kasteel niet gespaard. Op 15 april 1554 werd Chimay ingenomen door de troepen van Henri II, koning van Frankrijk; in 1578 deed het leger van don Juan van Oostenrijk hetzelfde en de maarschalk van Bouillon, op zijn beurt, nam in 1595 de versterkte stad en het kasteel in. Op 28 november 1637 nam de hertog de Candale — met 8.000 soldaten — Chimay in. Hij ontmantelde het kasteel en liet de twee noordelijke torens opblazen. Op 27 mei 1640 stond er weer een Frans leger voor de sterkte, die opnieuw ingenomen, geplunderd en gedeeltelijk verwoest werd en in het begin van de 18de eeuw kwam maarschalk de Villars het scenario nogmaals herhalen. Telkenmale werd het kasteel weer opgebouwd, maar door de vele belegeringen, verwoestingen en plunderingen gingen vele originele zaken, in en rond het slot, onherroepelijk verloren.

chimay_in

In totaal werd het kasteel van Chimay zevenmaal door brand geteisterd, meestal door oorlogsomstandigheden.
De laatste keer dat de rode haan kraaide, gebeurde dat in de nacht van 6 op 7 mei 1935. Een geweldige brand zette het kasteel in lichterlaaie en alleen de donjon en het theater ontsnapten aan het vuur, maar de rest was één smeulende ruïne. Zestien maand na die fatale brand was de heropbouw van het kasteel — naar de plannen van Charles de Croÿ uit 1606 — voltooid, en voor de realisatie hiervan tekende de bekwame restaurateur Raymond Pelgrims de Bigard.

Lees verder over de geschiedenis van Chimay en het kasteel van Chimay (15 pagina’s ) in Van Kasteel naar Kasteel deel 6″ door Paul Arren, met onder meer een uitgebreide omschrijving van de opeenvolgende eigenaren van Chimay en het kasteel van Chimay:


Ernest-Alexandre-Dominique, prins de Ligne-de Croÿ-Chimay-Arenberg (26 december 1643 — Pamplona 3 juni 1686), prins van Chimay en van het Heilig Roomse Rijk; graaf van Beaumont en Fresin; baron van Komen en Halewijn; beer van Vlaanderen; pair van Henegouwen; goeverneur en kapitein-generaal van het hertogdom Luxemburg en het graafschap Chiny; vice-koning en kapitein-generaal van Navarra, Grande van Spanje van Eerste Klasse; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., trad in het huwelijk — in Madrid, in het koninklijk paleis, op 18 oktober 1675 — met donna Maria-Antoinetta de Cardenas Ulloa y Balda Zuniga y Velasco († Mechelen 28 augustus 1691), hofdame van de Spaanse koningin, enz. Het huwelijk van prins Ernest bleef kinderloos waarna het prinsdom Chimay in 1686 overging op zijn neef PhilippeLouis de Hennin-Liétard d’Alsace († 25 maart 1688), zoon van Eugène de Hennin-Liétard en van Anne-Isabelle de Ligne-Arenberg.
Philippe-Louis de Hennin-Liétard d’Alsace, prins van Chimay; graaf van Boussu en Beaumont; burggraaf van Auxy; baron van Liedekerke en Beveren; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., huwde — in 1673 — met Anne-Louise-Philippine Verreycken († Mechelen 22 april 1729), barones van Impden, enz., énige dochter van Charles, baron Verreycken; baron van Impden; enz., en van Marguerite-Eléanore van Aarschot-Schoonhoven. In het huwelijk de HenninLiétard-Verreycken werden zeven kinderen geboren