Kasteel Schoonbeek
Filed Under (Deel 3, kastelen, Limburg) by
Tagged Under : Alden Biezen, Beverst, de Preston, de Renesse, Jan de Velroux, vrijbaanderheren
Kasteel Schoonbeek ligt in het Limburgse plaatsje Beverst (op 4 km van Bilzen en 11 km van Hasselt), op het einde van de — in het centrum vertrekkende — Waterkasteelstraat. Beverst is een landbouw- en woondorp in de Demervallei, aan de rand van de Haspengouwse leemstreek en het Kempisch plateau.
De plaatsnaam «Beverst» is van Keltische oorsprong en is — de eeuwen door — praktisch ongewijzigd gebleven. In 1314 b.v. werd er in een akte melding gemaakt van «Beverst de lez Dippebeke». Volgens Carnoy is Beverst identiek met het Zwitserse «Biberist» (in 763: Biberussa), wat «rivier met bevers» betekent. De uitgang «ussa» is een Keltisch synoniem van «onna» = rivier; en dat onze rivieren vroeger veel bevers herbergden is algemeen geweten.
Van oudsher behoorde Beverst tot de heerlijkheid Urle (of Oreye), zelf een leen van het graafschap Loon. De oudst gekende heer van Beverst is Jan de Velroux, heer van Nandrin, die het verhef van de heerlijkheid Beverst deed in 1420.
Na de familie de Velroux kwamen de families Hoen van den Broeck en de Geloes in het bezit van de heerlijkheid.
In 1683 verkocht Willem-Frans de Geloes de heerlijkheid Beverst — voor 5.400 Brabantse gulden — aan Edmond-Godfried Huyn, baron van Bocholtz, landkommandeur van Alden Biezen. Van toen af, tot aan de Franse Revolutie, waren de landkommandeurs van Alden Biezen «vrijbaanderheren» van Beverst. De laatste heer van Beverst was Frans-Jan-Nepomucenus-Fidelis, baron van Reisach, landkommandeur van Alden Biezen, die de leenverheffing van Beverst deed op 10 maart 1785.
Gezien zijn ligging langs één der grote verkeerswegen, had Beverst steeds veel te lijden van doortrekkende troepen, die regelmatig lelijk huis hielden in het dorp. Gedurig waren er opeisingen van vlees, bier, brood, stro, paarden en karren en werd er gestolen, mishandeld en verwoest. In tegenstelling met de huidige situatie behoorde Schoonbeek vroeger niet bij Beverst, maar vormde een aparte heerlijkheid. Oorspronkelijk hoorde het leengoed van Schoonbeek aan het graafschap Loon (= ongeveer de huidige provincie Limburg), maar op het einde van de 14de eeuw werd de heerlijkheid bij het prinsbisdom Luik gevoegd.
De eerst gekende heer van Schoonbeek, Daniël van ….
Lees meer over kasteel Schoonbeek in deel 3 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Het kasteel de Buerstede was van oorsprong een oud versterkt hof, dat in de XVde eeuw toebehoorde aan de familie Sanders.
Rond het jaar 1775 stond er op het grondgebied van Esen, langs de baan Diksmuide-Woumen, een bescheiden landhuis, dat door de plaatselijke bevolking “Het Jachtpaviljoen” werd genoemd. Het was eigendom van Petrus-Eugène de Ruysscher, apoteker en eigenaar in Diksmuide (vermeldenswaard is het feit dat de familie de Ruysscher gedurende vijf generaties, van 1680 tot 1850, als apoteker gevestigd was in Diksmuide). Dit gebouw werd iets vóór 1863 afgebroken en op dezelfde plaats werd er, ogenblikkelijk na de afbraak, een rechthoekig kasteel gebouwd door Pierre-Antoine De Ruysscher (10 september 1795 – 6 juli 1863). Dit “Kasteel de Ruysscher” werd in de volksmond verbasterd tot “’t Russisch Kasteel”. Het was een gebouw in bak- en natuursteen van vier… lees verder in 
Het kasteel van Wissekerke, het oude schepenhuis, de schandpaal, galg en banmolen, zijn een merkwaardig stuk middeleeuwse geschiedenis.
De oudste vermelding van de Antwerpse vesting dateert uit het jaar 693 en toen werd Rohingus genoemd als gezagvoerder van het «castrum Antwerpsis super fluvium Scalde». In 836 voeren de Noormannen de Schelde af en werd de Antwerpse burcht volledig verwoest.
Het fraaie kasteeltje Hof ter Kruisen staat in Kaprijke, één der oudste gemeenten van Oost-Vlaanderen – reeds vermeld in de negende eeuw – maar vermoedelijk gesticht door de Romeinen, die de plaats “Capriacum” noemden.

In 1881 werd op het kasteeldomein van Brustem, in de nabijheid van het oude waterslot, een nieuw kasteel gebouwd door Ernest, baron de Pitteurs-Hiegaerts, zoon van Charles-Lambert de Pitteurs-Hiegaerts (1797-1863) en van diens tweede echtgenote Marie-Henriette van Houtem (1802-1841).
De burcht de la Motte stond in Archennes (Eerken of Herken), een gemeente in de provincie Waals-Brabant, aan de Dijle. Archennes, op 7 km van Waver. Van de burcht de la Motte, eertijds de zetel van de middeleeuwse heerlijkheid Archennes, blijven – middenin een weide – nog maar weinig zichtbare, door onkruid overwoekerde, resten over.