Kasteel van Beerlegem

Filed Under (Deel 8, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_beerlegem

Beerlegem was een oude heerlijkheid die vroeger toebehoorde aan een familie van die naam. Theodoricus van Berleghem werd vermeld in een akte uit 1196 en in 1473 was Isabella van Berleghem erfvrouwe van Beerlegem, Heule, Leeuwergem; enz.    Zij huwde met Walter van der Gracht   (+ 1505), ridder; heer van Moorsel, Wevelgem; enz., zoon van Guidolphe van der Gracht en van Isabella de Halowin. Het gezin van der Gracht — van Berleghem had vijf kinderen, waaronder François, die opvolgde in Beerlegem.

François van der Gracht, ridder; grootbaljuw van Gent; heer van Leeuwergem; enz., huwde met Antoinette van Stavele, burggravin van Veurne; enz., die haar gemaal twee dochters schonk Anne en Elisabeth, waarvan de eerste opvolgde in de heerlijkheid Beerlegem.

In 1602 werd de heerlijkheid Rode (vroeger meestal Rhode(s) geschreven), door Hendrik IV, koning van Frankrijk, verkocht aan Simon Rodriguez (Antwerpen 1560 — aldaar 23 mei 1618), ridder; enz., zoon van Emanuel Rodriguez, zaakgelastigde van koning don Sebastiaan van Portugal in de Nederlanden; enz., en van dona Catharina Lopez de Elvas. Het heerlijk kasteel van Rode stond te Schelderode, tussen de kerk van die plaats en de Schelde. Het slot werd rond 1460 vernield maar onmiddellijk heropgebouwd. In de l6de eeuw werd het door de Beeldenstormers ingenomen en platgebrand, maar kort nadien verrees er een nieuwe burcht. Ten tijde van historiograaf Sanderus (1586-1664), was de versterking van Rode alweer in as gelegd en ditmaal was de vernieling definitief. Simon verwierf ook het kasteel Terslen in Derschel, waar hij regelmatig weelderige feesten gaf.

Simon Rodriguez, gehuwd met Anna Ximinez van Arragon, voegde bij zijn naam de titel d’Evora, naar de Portugese stad waarvan de familie afkomstig was. Tussen 1582 en 1596 kocht hij op de Meir te Antwerpen een indrukwekkend gebouwenkompleks, het latere grootwarenhuis Inno. De rijkdommen van de heer van Rode waren zo aanzienlijk, dat men hem «den cleynen coninck» noemde. Zijn hotel op de Meir werd dan ook in verschillende oude akten vermeld als »la casa del pequero Rey». In 1601 stichtte hij in de Vuyle- of Bargiestrate (de latere Otto Veniusstraat) een godshuis voor ouderlingen.

Simon Rodriguez d’Evora y Vega liet vier kinderen na :

  • Simon jr., die later aan bod komt;
  • Gracia, die volgt na haar broer Simon;
  • Maria, gehuwd met Karel Rijm, ridder; baron van Belle; heer van Schuervelt, Serkenbeke; enz.; en
  • Anna, getrouwd met Emmanuel de Bourgogne, heer van Lembecq; kapitein bij het regiment lansiers; enz.

Deze kinderen behielden — na de dood van hun vader — diens bezittingen in onverdeeldheid. In 1631 werd het vorstelijk hotel Rodriguez …/…

lees verder en meer in de reeks van auteur Paul Arren “Van Kasteel naar Kasteel” deel 8

Kasteel Hof Ter Saksen

Filed Under (Deel 3, Oost-Vlaanderen, Uncategorized) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , , ,

vknk_saksen

Het Hof Ter Saksen behoort tot het kastelenpatrimonium van de gemeente Beveren-Waas, de grootste gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen.

Het Hof Ter Saksen ligt, in een prachtig park, in het westen van de gemeente, op de weg naar Haasdonk.

Er verdwenen — in de loop der eeuwen — verschillende kastelen in Beveren; één van deze verdwenen kastelen, het «Kasteel van Beveren» op de Singelberg — een machtig waterslot — was vroeger één der belangrijkste burchten rond Antwerpen.

Dit kasteel was het centrum van de uitgestrekte heerlijkheid «Het Land van Beveren». Het was hét voornaamste in de rij van sterkten langs de waterkant, waartoe ook Kraaienhof (Zwijndrecht); Hof ten Damme (Kallo); Bardemara (Vrasene); ‘t Hof te Voorhoute (Kemzeke); enz. behoorden.

Vanop de markt de Kasteeldreef en de Polderdreef volgend, bemerkt men, na ca. 2,5 km, aan de linkerkant van de weg een aarden heuvel: de Singelberg, het vergeten symbool — de échte bakermat van Beveren. De oorspronkelijke benaming van de Singelberg is «Beverenbroeck»; het laatste gedeelte van deze naam verwijst naar het moerassige broekland.

De Singelberg is een kunstmatig opgeworpen hoogte, die als burchtheuvel of «motte» dienst deed. Daarop verhief zich een versterkt kasteel, dat met een waterring omgeven was. Dat vertelt ook de naam Singelberg, want «singel» is een synoniem voor gracht of wal.

…/…

De familie van Beveren, kasteleinen van Diksmuide, bleven het kasteel bezitten tot in het begin van de XIVde eeuw. De heerlijkheid van Beveren, met het kasteel van Beverenbroeck, ging toen over naar de graven van Vlaanderen, die er een kastelein aanstelden, doch er zelf ook regelmatig hun intrek namen.

In 1395 werd het kasteel, in opdracht van Filips de Stoute, gerestaureerd en in 1485 werden er opnieuw herstellingen uitgevoerd. Verschillende bestormingen, onder Filips de Goede en tijdens de krijgsgebeurtenissen in de l6de eeuw, brachten zware schade aan de burcht toe, en wel zodanig dat er in 1526 zelfs een ingestorte toren en een omgevallen walmuur terug dienden opgebouwd te worden.

Eind oktober 1576 staken Spaanse soldaten het vuur aan de huizen van de markt te Beveren. Alle huizen werden vernield, evenals het «Wethuis» met de aldaar bewaarde oude handvesten en dokumenten. Twee jaar later vielen Gentse Geuzen de gemeente binnen en plunderden de kerk en het Wilhelmietenklooster. Tevens veroverden deze Geuzen het kasteel van Beveren totdat, op 5 november 1583, de heer van Wissekerke, hoogbaljuw van het Land van Waas, zich terug meester maakte van het kasteel. In de archieven van het kasteel van Wissekerke, berustend in het rijks- archief van Gent, staat aangetekend op 5 november 1583:

«Mynheere van Wissekercke ende den commissaris generael George Basto vertrock met alle tcrygsvolk van Boistenblye naer Beveren; aldaer ghearriveert zynde, hebben tcasteel van voornoemde prochie met appointemente inneghenomen ende daerop ghelegt Spaegnaerden, ende zyn in de voorn. prochie ghefourieert gheweest …»

In 1584 werd op Beverenbroeck de overgave van Antwerpen getekend tussen Marnix van Sint-Aldegonde en Farnese, hertog van Parma, die, gedurende de tijd dat hij Antwerpen belegerde, zijn hoofdkwartier had op de burcht van Beveren.

Dit is maar een heel klein uittreksel van wat beschreven werd over Hof ter Saksen in deel 3 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Kasteel Bosdam

Filed Under (Deel 4, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , ,

Voor de oprichting van het Bosdamkasteel bevond zich op dezelfde plaats een hof van plaisantie, Kretenborch (ook Cretenborch) geheten en die hofstede werd reeds vermeld in de l6de eeuw.

De vroegst gekende eigenaar van Kretenborch was Jakob Danssaert, schildknaap; schepen te Beveren; enz. Jacob Danssaert, zoon van Jan Danssaert, huwde met Maria Rondeel, dochter van Jan Rondeel en van Josina de Kever. Het echtpaar Danssaert-Rondeel had drie kinderen:

  • — Jan II, die volgt;
  • — Jakob II; en
  • — Jozyne, die in het huwelijk trad met Boudewyn Zaman, hoofdschepen van het Land van Waas.

Jakob Danssaert  I overleed te Beveren op 22 november 1538 en werd in de Sint-Martinuskerk aldaar begraven. Zijn weduwe, Maria Rondeel, hertrouwde met Antoon de Kaerle, schepen en burgemeester van Beveren, en dit paar zorgde eveneens voor drie kinderen.

…/…

Na de dood van haar vader bekwam Anna-Maria de hofstede Kretenborch. Anna-Maria de Leeuw huwde in 1676 met Jan-Baptist Dullaert, baljuw van het Land van Saeftinge; stadhouder van Beveren; enz., weduwnaar van Joanna van Goethem.

De echtelieden Dullaert-de Leeuw namen hun intrek op een grote hoeve te Doel en verhuurden Kretenborch aan Petrus van den Heuvele, dokter.

Jan-Baptist Dullaert overleed te Doel op 19 april 1694, waarna Anna-Maria de Leeuw hertrouwde — te Doel op 22 juni 1695 — met Jan Vergauwen, stadhouder van Kieldrecht-Doel. Zij verhuurden Kretenborch in 1696 aan Antoon van Damme, advokaat.

Op 30 mei 1697 verkochten Jan Vergauwen en Anna-Maria de Leeuw: «zeker huis, schuur en stallingen, met alle de edifitiën, mitsgaders landerijen, ca. 2,5 gemet groot» voor 2.000 gulden aan Adriaan Maes, die de koop had gesloten voor zijn zoon Jozef Maes.

Jozef Maes was — op 27 maart 1681 — gehuwd met Catharina de Leeuw, zus van Anna-Maria de Leeuw en Adriaan Maes was getrouwd met Anna Dullaert, die een zus was van Jan-Baptist Dullaert, de eerste echtgenoot van Anna-Maria de Leeuw.

Jozef Maes, meier te Kallo, had slechts één dochter, Anna-Catharina, die haar vader opvolgde op Kretenborch.

Meer over Bosdamkasteel in deel 4 van de serie “Van Kasteel naar Kasteel” van Paul Arren.

Kasteel De Rozerie

Filed Under (Deel 9, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , ,

Eén der belangrijkste kastelen in Aalst was het kasteel van Overham(me), gelegen in de gelijknamige wijk, tussen de Brusselsesteenweg en de Dender. Het omwalde kasteel — met ophaalbrug — werd in de l6de eeuw heropgebouwd door Gérard du Bosch, onderbaljuw van Aalst; ridder (vanaf 9 februari 1556); enz., maar in 1948 werd het afgebroken. Slechts enkele aanhorigheden van het vroegere kasteel bleven nog over, geïntegreerd in de nieuw aangelegde villawijk.

Kasteel De Rozerie (vroeger Château des Roseraies en La Roseraie genoemd) werd rond 1852 opgetrokken op de plaats van een oude hofstede. Het landhuis werd gebouwd in opdracht van het echtpaar Eliaert-Cools op het grondgebied van het kasteeldomein Overhamme. Corneille Eliaert en Catherina Cools huwden op 23 mei 1823 en zij werden, na hun overlijden, in 1855 opgevolgd door hun oudste dochter Josèphe Eliaert, die in 1850 gehuwd was met Jean-Léon Leirens, zoon van Charles-Marie Leirens, notaris; enz., en van Marie-Thérèse Nillis.

vknk_rozerie

Jean-Léon-Charles-Marie Leirens, genoemd Leirens-Eliaert (Brussel 9 augustus 1828 — Aalst 24 januari 1913), industrieel; direkteur van een garenspinnerij en -blekerij in Aalst; senator voor het arrondissement Aalst (van 9 juni 1874 tot 12 juni 1888); enz., en zijn echtgenote hadden vier kinderen :

— Marie (1851-1928), trouwde in 1873 met Charles-Anne-François Liénaert (1848-1921), gemeenteraadslid te Aalst; provinciaal raadslid voor het arrondissement Aalst; senator (1888-1898); enz.;

— Paul (° 1853);

— Louise (° 1854); en

— Henriette (° 1856).

Lees verder in deel 9 “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Kasteel Achtendries

Filed Under (Deel_11, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , ,

vknk_achtendries

Kasteel Achtendries kan men bewonderen in Oostakker. Oostakker is gekend als bedevaartoord van O.-L.-Vrouw, gesticht door markiezin de Courtebourne, in het park van haar kasteel Slotendries. Dit kasteel werd ca. 1800 in classicistische stijl gebouwd op de plaats waar eertijds het – historisch belangrijke – omwalde “Hof te Sloten” stond.

Na de mirakuleuze genezing van Pieter de Rudder – op 7 april 1875 – verkreeg de plaats grote vermaardheid als het bedevaartoord van O.-L.-Vrouw van Lourdes-Oostakker (het Vlaamse Lourdes !). De Lourdesgrot dateert uit 1873 en de ommegang en speciale toegangsweg werden in 1874 aangelegd. De driebeukige, neogotische O.-L.-Vrouw van Lourdeskerk (1875-1876), naar ontwerp van architekt E. Van Hoecke-Peeters (met aanpassingen door baron Jean de Béthune), werd op 4 juni 1924 verheven tot basiliek. Voor het neogotische interieur ….

In 1539 kwamen de Gentenaars in opstand tegen keizer Karel V, maar de keizer viel – op 30 april 1540 – met groot machtsvertoon Gent binnen. De Gentse leiders werden opgepakt en veroordeeld. De Arteveldestad verloor al haar rechten, costuymen, privileges, enz. en alle van Gent afhankelijke gebieden (Aalst, Ninove, het Land van Waas, enz.) werden ontvoogd. Bovendien moesten de Gentenaren onmiddellijk een boete van honderdvijftigduizend florijnen betalen plus een eeuwigdurende jaarlijkse boete van zesduizend florijnen. De keizer liet de Sint-Baafsabdij slopen om er een dwangburcht tegen Gent op te richten. Dat was voor Gent de ….

In 1833 werd het kasteeldomein Achtendries aangekocht door de Gentse koopman Alphonse Morel, zoon van Joseph-Louis Morel (1757-1820) en van Marie-Jeanne-Ignace Stevens. De nieuwe eigenaar was een telg uit een familie die in de 16de eeuw vanuit Rijsel naar Gent trok.

Alphonse-Antoine Morel (Gent 9 september 1795 – Oostakker 21 augustus 1874), voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent; enz., huwde – in Gent op 20 april 1829 – met Marie- Thérèse Bosschaerts (Gent 9 december 1807 – aldaar 20 december 1875), dochter van … lees verder in Deel 11 “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren

Kasteel Ooidonk

Filed Under (Deel 4, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , , ,

…/… In 1096 nam Wouter van Nevele deel aan de Eerste Kruistocht naar het Heilig Land (1096-1099), en in 1181 werd Gilbert van Nevele — door Filips van den Elzas, graaf van Vlaanderen — gelauwerd, voor bewezen diensten.

In opdracht van Gwyde van Dampierre, graaf van Vlaanderen, legde Walter van Nevele in 1295 de grenzen vast tussen Henegouwen en Namen.

Margaretha van Nevele, énige erfgename van het eerste huis van Nevele, trouwde — in het begin van de 14de eeuw — met ridder Jean de Longueval, heer van Ham, enz., waardoor de familie de Longueval op Ooidonk kwam.

Margaretha de Longueval, énige dochter en erfgename van Jean de Longueval, huwde met Jan van Gistel, heer van Woestijne, waardoor de familie van Gistel het beheer over de heerlijkeid verkreeg. Niet lang echter, want de énige dochter van Jan van Gistel huwde in 1346 met Jan van Fosseux, goeverneur van Artezië; enz., en droeg al haar bezittingen — waaronder Ooidonk — over aan haar gemaal.

In 1425 ging Ooidonk, door het huwelijk van Joanna de Fosseux met Jan II de Montmorency, in het illustere huis de Montmorency over en …..

…/…

20ooidonk15

Het kasteel

Tijdens de oorlogen tussen Maximiliaan van Oostenrijk en de Vlaamse steden werd Ooidonk, in 1498, door de Witte Kaproenen verwoest (met uitzondering van de vier hoektorens). In 1500 werd het kasteel door de toenmalige eigenaar, Filips de Montmorency, heropgebouwd.

Op 18 juli 1579 werd het kasteel door de Gentse Geuzen ingenomen, geplunderd en in brand gestoken; en weer ontsnapten de vier hoektorens aan de vernieling. Eléonore de Montmorency zag zich in 1595 verplicht de ruïne te verkopen, door gebrek aan middelen voor de heropbouw. Koper en nieuwe eigenaar werd Maarten della Faille die het kasteel onmiddellijk heropbouwde zoals we het nu nog kunnen zien.

Op 2 oktober 1645 werd Ooidonk andermaal geplunderd door de troepen van Frederik-Hendrik, prins van Oranje; graaf van Nassau; stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel; enz., maar ditmaal bleef het kasteel …/…

Het prachtige kasteel is omgeven door een brede en diepe slotgracht en is alleen bereikbaar via een — nog bestaande — ophaalbrug.

Kasteel Ooidonk, gelegen in een uitgestrekt landgoed van 300 ha — waarvan 45 ha park en vijvers — is in de zomermaanden toegankelijk voor bezoekers.

(Alle foto’s : met dank aan Juan, graaf t’Kint de Roodenbeke)

Lees alles over Ooidonk in deel 4 in “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren

Kasteel Wissekerke

Filed Under (Deel 1, kastelen, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , , ,

vknk_wissekerkeHet kasteel van Wissekerke, het oude schepenhuis, de schandpaal, galg en banmolen, zijn een merkwaardig stuk middeleeuwse geschiedenis.

Niet ver van de vierschaar stond de schandpaal op een openbare plaats nabij de kerk. Daaraan werden de veroordeelden in kleine delicten tentoongesteld. De galg, waaraan de veroordeelden in zware kriminele zaken werden gehangen, stond vroeger aan de Hoogpoort, buiten in het veld. Dichtbij deze galg stond de molen, in 1585 door Servaas van Steelant gekocht voor 1.500 gulden van de graaf van Egmond. Die molen staat als «Galgenbergmolen» op de oude kaarten aangegeven.

De talrijke Romeinse vondsten te Bazel gedaan doen het bestaan vermoeden van een Romeins «oppidum», een kleine verschansing, opgebouwd als verdediging van de Romeinse heirbaan. In de IVde eeuw werden de Romeinen in onze streken verdreven door de Salische Franken, die zich op de villa’s van de Gallo-Romeinen vestigden. Zij vormden hun «sali» of grensposten op de plaats van de Romeinse staties. De natuurlijke grondhoogte van de kasteelgrond, 20 meter boven zeespiegel en Scheldebedding, was een ideale plaats voor een Frankische villa. Het was ook helemaal niet moeilijk deze te omringen met wallen en van een verdediging te voorzien. …/…

Zeelandse families als Schouthete, van Zuylen, van Vaernewyck, van Voorhout, e.a. hadden zich ondertussen al in het Land van Waas gevestigd. De ridderfamilie van Wissekerke te Bazel vond eveneens haar oorsprong in Zeeland; het was immers in deze Hollandse gemeente op het eiland Noord-Beveland dat zij haar leenrechterlijke macht uitoefende. Wanneer deze familie naar Bazel kwam is echter niet geweten. In 1344 ontmoeten we dan Clais van Barsele en zijn zoon Wolfaert, die zich vestigden op een landgoed nabij Gent en ook te Borssele in Zeeland. In 1280 werd deze Wolfaert van Borssele de tweede heer van Vere. Zijn zoon Jan van Borssele volgde hem op, maar werd te Delft vermoord.

In 1353 is er sprake van Henricus van Wissekerke die huwt met Jacoba van de Staepele. In 1400 is het zijn zoon Jan en later diens zoon, die kinderloos zal overlijden, die in de oude akten opduiken. Henricus was een zoon van Florens van Barsele en Gertrudis van Borssele …/…

Filip de Recourt de Lens et de Licques, baron van Wissekerke, enz., bekwam op 6 februari 1670 van koning Karel II de titel van graaf van Rupelmonde. Hij huwde op 21 april 1677 met Maria-Anna-Eusebia de Truchses (Truxis), geboren gravin van Waldburg-Wolfsegg, die op 3 november 1707 zou overlijden. Filip verbleef op het kasteel van Rupelmonde en liet Wissekerke aan zijn enige zoon Maximiliaan-Filip-Jozef-Eugeen, in 1705 gehuwd met Maria-Margaretha-Elisabeth d’Alègre.

Filip overleed op 28 augustus 1682 en Maximiliaan-Filip sneuvelde op 10 december 1710 op het slagveld van Villa-Viciosa, waarna hij werd opgevolgd door zijn enige zoon Ivo.
Ivo-Maria-Jozef de Recourt de Lens et de Licques, in 1731 gehuwd met Maria-Christina de Grammont (of Grandmont) sneuvelde in Beieren, in de slag van Pfaffenhoven, op 15 april 1745. Hij was de laatste mannelijke telg van zijn familie, want zijn zoon, Lodewijk, geboren op 24 april 1740, was vóór hem overleden. Maria-Christina de Grammont trad na de dood van haar echtgenoot in het klooster der Karmelietessen te Parijs.

Door het uitsterven van deze stam der familie de Recourt vervielen ….. /…

Het kasteel

Het kasteel van Wissekerke blijft één der merkwaardigste en mooiste gebouwen uit het leenroerig tijdperk, een stille getuige van middeleeuwse zuivere Vlaamse gotiek, zich bewust van zijn sterkte, die de eeuwen wist te trotseren.

Naast de wallen, als een afsluiting links en rechts van de voorkoer, stonden de stallingen en de schuren, daar stond het «Spycker».

In 1562 verkreeg Servaas van Steelant van de bisschop van Gent een kapelnij ter ere van Sint-Servatius: «toegestaen met een H. Misse te doen in thuysse van Wissekercke». Sedert die tijd bleef de kapel behouden op het kasteel. Bij een latere restauratie kreeg deze kapel een uiterlijk religieus karakter door toevoeging van drie brandglazen in vlamgotiek.

Op 29 oktober 1583 werd het kasteel zwaar beschadigd. Het werd bewoond door de grootbaljuw Servaas van Steelant toen de legers van Marnix van St.-Aldegonde, langs de Schelde om, de versterking van Rupelmonde aanvielen. Toen Marnix zag dat hij Wissekerke niet kon innemen voerde hij karrevrachten stro aan en stak het kasteel in brand. De gehele linkervleugel brandde uit en ook de ophaalbrug werd vernield, Op dezelfde dag staken de soldaten ook het Schepenhuis van Bazel in brand, dat eveneens gedeeltelijk werd verwoest. De ijzeren ankers die men op de zijgevel ziet, duiden op het herstel van het huis : 1583-1590.

Lees alles over kasteel Wissekerke in deel 1 “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren

Kasteel Hof ter Kruisen

Filed Under (Deel_11, kastelen, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , , ,

vknk_htkHet fraaie kasteeltje Hof ter Kruisen staat in Kaprijke, één der oudste gemeenten van Oost-Vlaanderen – reeds vermeld in de negende eeuw – maar vermoedelijk gesticht door de Romeinen, die de plaats “Capriacum” noemden.

Hippoliet-Jan van Peene, arts; Vlaams toneelschrijver; regisseur; enz., werd in Kaprijke geboren op 1 januari 1811. Hij was de dichter van o.a. “De Vlaamsche Leeuw”, in 1847 getoonzet door …. die een neef was van ….. Van Peene († 1864) en Miry waren ook de oprichters van de eerste Vlaamse schouwburg in ons land, nl. de “Minard” in Gent, waar o.a. Romain Deconinck vele jaren op de planken stond en (verdiend !) enorm sukses oogstte.

Vermits Kaprijke sinds 1240 stadsrechten had bezat het ook een stadhuis, dat door de Kaprijkenaren nog steeds zo genoemd wordt en op dit – sinds 28 december 1936 beschermde – bouwwerk in Vlaamse renaissance mag men in Kaprijke best trots zijn. Het werd in 1663 gebouwd, brandde … Het is een prachtig voorbeeld van onze 17de-eeuwse bouwkunst en een echt pareltje in zijn soort !

Reeds in 1296 is er sprake van Willem van Caprike, maar het is niet zeker of hij ook heer van die plaats was. Kaprijke behoorde tot de zgn. “Smalle Steden” van het “Brugsche Vrije”, de grootste kasselrij van Vlaanderen, die onder Filips de Stoute …….

De “Stad, Vrijdom en Heerlijkheid” Kaprijke was vroeger een allodiaal goed dat …. en afstonden aan Elisabeth, natuurlijke dochter van Lodewijk van Nevers en echtgenote van Simon de Mirabelle, ridder; heer van Perwijs, Beveren; enz.

vknk_htk2

Op 22 september 1751 werd het Hof ter Kruisen verkocht aan Anne- Marie Mahuys y Principe (naar de naam van haar moeder), weduwe van Etienne Maelcamp en dochter van Guillaume Mahuys en van Anne- Joseph Principe. Etienne Maelcamp (Gent 8 maart 1667 – aldaar 24 augustus 1728), tweede van drie kinderen van François Maelcamp (1628-1676) en van Jeanne de la Derrière, bekwam – op 14 juli 1736, met terugwerkende kracht tot 1 juli 1720 – postume adelsbevestiging (indien nodig adelsverheffing), voor zichzelf en voor de kinderen die hij bij zijn weduwe Anne-Marie Mahuys y Principe had.

In het huwelijk Maelcamp-Mahuys y Principe, dat in Sevilla, Spanje, werd voltrokken, zagen drie kinderen ….

Lees verder in deel 11 Van Kasteel naar Kasteel door Paul Arren.

Gravensteen

Filed Under (Deel 5, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , ,

De eerste burcht die, door de graven van Vlaanderen, in Gent werd opgericht dateerde waarschijnlijk uit het begin van de 10de eeuw en lag toen op een eilandje, buiten de nog erg kleine Arteveldestad. De stad Gent zelf was wel ouder; zij ontstond in de eerste eeuw van onze jaartelling, onder de Romeinse overheersing, en heette toen Ganda.

De burcht werd gebouwd in opdracht van Boudewijn II, graaf van Vlaanderen († 918), en diende als versterking tegen de gevreesde Noormannen. Arnulf 1, graaf van Vlaanderen, herbouwde en hernieuwde — voor 939 — het bestaande complex dat «novum castellum» gedoopt werd.

Het bestond uit voornamelijk losstaande gebouwen: een grote tiendenschuur (met diverse voorraadkamers); de grafelijke kanselarij; de huisvesting voor het garnizoen van de burcht en de woningen voor de talrijke ambtenaren van het graafschap. Een gerechtszaal werd toen nog niet voorzien omdat de rechtspraken vroeger steeds in open lucht gebeurden, gezien God als getuige werd geroepen. Onder de huidige donjon werd op het eind van de 11de eeuw — in opdracht van Robrecht de Fries — een ruim zaalgebouw gebouwd van 33 op 18,8 meter met twee meter dikke muren. In die periode ontstond tevens de defensiewal die de gebouwen omringt.

vknk_gravensteen

(fragment pagina 89):


Van de 14de eeuw af  bouwden de Vlaamse graven — boven een uitgebreid net van plaatselijke rechtbanken en leenhoven — geleidelijk aan een vorstelijk gerechtshof dat, tot aan de Franse Revolutie, gecentraliseerd bleef in het Gravensteen. Bij dit gerechtshof, waarvan de bevoegdheid zich uitstrekte over het ganse graafschap Vlaanderen konden zij, die door een lager gerechtshof reeds gevonnist waren in hoger beroep gaan.
Bij verhoringen en rechtspraak hoorden een aantal onafscheidelijke attributen. Het Gravensteen was dan ook uitgerust met folterkamers, kerkers, een vergeetput, enz.

Terdoodveroordeelden werden van het leven beroofd door één der gerechtszwaarden van de beul, door verhanging of door verbranding en van de daarvoor benodigde attributen is er in het Gravensteenmuseum nog een groot aantal bewaard gebleven en te bekijken. Het is trouwens dé belangrijkste verzameling op dit gebied die men in ons land kan vinden en bevat folter- en marteltuigen uit de 15de tot de 19de eeuw.

Lees verder in “Van Kasteel naar Kasteel deel 5″ door Paul Arren.

Lovendegem

Filed Under (Deel_10, kastelen, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

Lovendegem, op een tiental kilometer ten westen van Gent gelegen, kreeg met de gemeentefusie van 1977 Vinderhoute toegevoegd. Op het grondgebied van Lovendegem, dat reeds in 1190 vermeld werd als Lovendenghien, komt nog een tiental kastelen en landhuizen voor, w.o. het kasteel van Lovendegem, waar we nu kennis mee maken.

In het centrum van Lovendegem — vermoedelijk op de plaats van een 11de-eeuws bedehuis — staat de Sint-Martinuskerk uit de 15de eeuw — die in de 16de eeuw grotendeels verwoest werd door de Geuzen. Naar ontwerp van de bouwmeesters Jan en Robrecht Persyns werd de kerk in 1616 gerestaureerd, waarna ze in 1767 en nogmaals in 1822 vergroot werd. In 1896-97 werd de Sint-Martinuskerk haast volkomen neogotisch herbouwd.

Vlakbij de kerk geeft een lange dreef toegang tot het kasteel. Deze imposante eikendreef werd — bij K.B. van 3 maart 1978 — beschermd als waardevol landschap.

Van de heerlijkheid Lovendegem werden in de leenroerige tijd 22 achterlenen gehouden, waarvan er acht belast waren met een gewapende ruiter, die zijn leenheer — gedurende de periode dat die de landsvorst in tijd van oorlog vergezelde — moest dienen.

Andere achterlenen moesten — eveneens in oorlogstijden — een schildwacht leveren op het heerlijke kasteel. Het “Leenboek der burchtgravij van Gent” vermeldt o.a. :

“. . . Dees leen es gehouden, te helpen, bewaeren mynsheeren huus tot Lovendeghem, den tyt van oorloge               binnen Vlaenderen … “.

lovendegem

Lees verder in Van Kasteel naar Kasteel deel 10 door Paul Arren.