Anvaing

Filed Under (Deel 4, Henegouwen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_anvaingAnvaing, gelegen aan de Rhosne (een bijrivier van de Schelde), verwierf ook bekendheid in de hedendaagse geschiedenis. Op 28 mei 1940 werd in het kasteel van Anvaing het protokol van de overgave van het Belgisch leger getekend.

Anvaing werd reeds vermeld in 863 als «Anvinium», dat later gewijzigd werd in Anvennis en Anven. Vanaf het einde van de 12de eeuw schreef men Anvaing en die benaming bleef sindsdien ongewijzigd.

Het territorium van Anvaing grensde aan een oude landweg die tijdens de Romeinse bezetting werd aangelegd en die Bavay verbond met de kust. Vlak bij deze weg, in de onmiddellijke omgeving van Anvaing, werd in 1864 een schat gevonden. Tijdens aanplantingswerken stootte men op twee gouden halsringen en een vijftigtal gouden munten die dateren van ca. 200 voor Kristus. Deze schat uit de Keltische tijd berust momenteel in het «Metropolitan Museum of Art» in New-York.

In de negende eeuw behoorde het grootste gedeelte van Anvaing aan de abdij van Saint-Amanden-Pévèle, in de kastelnij van Rijsel (Lille). De heer van Anvaing was prokureur van Saint-Amand, wat inhield dat hij de wettelijke beschermheer was van de goederen die de abdij bezat. Dit grondgebied — dat vermoedelijk meer dan 100 ha bestreek — werd in verschillende feodale lenen opgesplitst. In één van die lenen, de heerlijkheid van «Wangermées», zou het kasteel van Anvaing gebouwd worden.

…/…

De familie de Lannoy is een vooraanstaand geslacht uit Frans-Vlaanderen, genoemd naar het plaatsje Lannoy-du-Nord, noordoostelijk van Rijsel (Liiie). De Sint-Filipskerk van Lannoy-du-Nord werd rond 1500 gesticht door Philippe de Lannoy (t 1535), kamerheer van keizer Karel V.

Evenals de huizen de Croÿ en de Lalaing leverde de familie de Lannoy vele dienaren aan de Boergondische en Habsburgse landsvorsten.

Naar aanleiding van zijn (derde) huwelijk met Isabella van Portugal — op 7 januari 1430 — riep Filips de Goede, in het stadje Sluis, de Orde van het Gulden Vlies in het leven. Op die dag werden 23 ridders — allen persoonlijk door de hertog verkozen — vereerd met de keten van die Orde. Onder deze uitverkorenen bevonden zich twee telgen van de familie de Lannoy: Hugues en Baudouin. In totaal zullen er niet minder dan zestien graven de Lannoy vereerd worden met deze hoge ridderorde.

De familie de Lannoy, die vanaf de 15de eeuw in het bezit was van talrijke baronieën en graafschappen, telde heel wat vooraanstaande en belangrijke leden, waarvan we enkelen noemen:

  • — Hugues de Lannoy (1384 — Rijsel 1 mei 1456), heer van Saintes; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; stadhouder van Holland en Zeeland; enz., was een geducht krijgsman en talentvol diplomaat in dienst van de Boergondische hertogen;
  • — Gilbert de Lannoy (t 22 april 1462), heer van Villerval, Tronchiennes, Saintes (vanaf 1456); ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., was één der belangrijkste figuren aan het hof van Filips de Goede, voor wie hij regelmatig als gezant optrad, o.a. op het Concilie van Bazel in 1433. Hij was ook te vinden op alle Europese slagvelden van zijn tijd. Zijn talrijke reizen heeft hij uitgebreid beschreven (“Voyages en Ambassades”) en deze werken vormen een belangrijke bron van kennis omtrent de toestanden en levensomstandigheden in de landen die hij bezocht;
  • — Jean de Lannoy (27 april 1410 — 18 maart 1493), stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland; goeverneur van Rijsel, Dowaai en Orchies; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; raads- en kamerheer van Filips de Goede van Boergondië; enz., werkte o.a. mee aan de totstandkoming van de Vrede van Atrecht (1682). Hij verbouwde het voorvaderlijk kasteel en stichtte de ommuurde stad Lannoy;
  • — Charles de Lannoy (Valenciennes 1482 — Gaëta 23 september 1527), heer van Senzeilles, Maingoval, enz.; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., vervulde hoge ambten aan de hoven van Filips de Schone en keizer Karel V. In maart 1522 werd Charles de Lannoy onderkoning van Napels en in 1523 kapitein-generaal van de verbonden strijdkrachten die in Italië tegen Frankrijk streden. Hij was één der bevelhebbers van het keizerlijk leger in de Slag van Pavia (24 februari 1525), waarbij het hem lukte de Franse koning, Frans 1, gevangen te nemen. Nadat de Fransen verslagen waren bracht Charles de Lannoy de Franse koning — op eigen initiatief — naar Spanje, waar deze in het Alcazar te Madrid werd opgesloten. Hij bracht de verzoening tot stand tussen Frans 1 en keizer Karel V.

Hierbij werd de Franse koning verplicht een verdrag te ondertekenen waardoor hij afstand deed van Boergondië, het hertogdom Milaan en de stad Doornik. Frans 1 moest eveneens …..

Veel meer over Anvaing in de boekenreeks  “Van Kasteel naar Kasteel” deel 4 van kasteel-o-loog Paul Arren.

Beloeil

Filed Under (Deel 4, Henegouwen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_beloeilBeloeil, het antieke «Balliolum» (= versterkte plaats), op de Romeinse heirbaan van Bavai, moet al heel vroeg in de geschiedenis een baronie geweest zijn. Beloeil was eertijds een leen (later pairschap) van het graafschap Namen en in 1146 zou Nicolas de Condé er al een kasteel hebben bewoond. Door het huwelijk van Jeanne de Condé met Fastré de Ligne — in 1306 — kwam Beloeil in het bezit van de illustere familie de Ligne, die het kasteeldomein tot op vandaag kon behouden. Vanaf Heirbrand de Ligne — de oudst gekende vertegenwoordiger — hebben de de Ligne’s zich altijd onderscheiden bij alle belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van het Westen.

…/…

Michel de Ligne, oudste zoon van Fastré, die zijn vader opvolgde in 1337, was een echte vechtjas. Hij nam niet alleen deel aan alle toernooien die er ingericht werden, maar was tevens terug te vinden op alle slagvelden uit zijn tijd, zelfs tot in Schotland toe. Eén dezer veldslagen werd hem noodlottig, hij sneuvelde in 1345 in de Slag van Staveren (Stavoren), tegen de Friezen. Michel I de Ligne was getrouwd met zijn nicht Anne d’Antoing, vrouwe van Briffoeil, dochter van Wéry d’Antoing. Zij schonk hem één zoon: Michel II.

Michel II de Ligne, grootbaljuw van Henegouwen, enz., erfde in 1345 alle titels en eigendommen van zijn vader. Hij huwde met Eléonore de Coucy, oudste dochter van Philippe de Coucy, burggraaf van Meaux, enz., en van Jeanne de Cany. Michel II de Ligne had één wettige dochter, Eléonore de Ligne, die echter jong stierf. Per testament benoemde hij zijn oom Willem tot universeel erfgenaam.

…/…

Antoon I de Ligne, bijgenaamd «de grote duivel» (door zijn stoutmoedige heldhaftigheid), was net 18 jaar toen hij — na de dood van zijn vader — in het bezit kwam van een ontzaglijk fortuin en een groot aantal aanzienlijke en uitgestrekte heerlijkheden. Antoon I de Ligne was een knap diplomaat, die onderhandelde met Margaretha van Oostenrijk, Hendrik VIII van Engeland; enz., en zoals prins Albert de Ligne het in zijn werk «Histoire généalogique de la Maison de Ligne» uitdrukt :

  • «Een opvallende verschijning, deze edelman, vergezeld van een landsknecht, die de hand van zijn heerseres en weldoenster kust maar eist dat zij hem gelijk geeft; die wel wil dienen maar op wiens tenen men niet moet trappen; die steden inneemt in galop! Hij staat op moed en rechtvaardigheid. Bovendien is hij een goed jager en een uitstekend schutter. De ijzeren vogel die hij met de kruisboog neerhaalde en die op de lijst van zijn portret prijkt is een bewijs van zijn vaardigheid; zijn twee natuurlijke dochters een bewijs van zijn amoureuze avonturen …».
…/…
Claude-Lamoraal I, prins de Ligne (18 oktober 1618 — 21 december 1670), prins van Amblise, Epinoy en van het Heilig Roomse Rijk; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., was een schitterend diplomaat maar ook een ervaren krijgsman, die zijn mannetje stond in diverse veldslagen. Op 14 mei 1643 huwde hij — met pauselijke dispensatie — met Maria-Clara van Nassau-Siegen, weduwe van zijn broer prins Albert-Hendrik. In dat huwelijk werden elf kinderen geboren:
  • — Hendrik-Ernest, die volgt;
  • — Nicolaas, overleed als baby;
  • — Françoise-Lamberte, stierf op 10 juni 1647, 6 maanden oud;
  • — François-Albert, stierf — 1 jaar oud — op 1 februari 1650;
  • — Claire-Louisa (+ 1684), huwde met Raimondo de Lancastro y Portugal (+ 5 november 1665), hertog van Aveiro, Torres Nueves en Ciudad Real; markies van Maste-Major; enz.,
  • …/…

Het kasteel van Beloeil heeft herhaaldelijk belangrijke veranderingen ondergaan, waardoor het gaandeweg zijn middeleeuws uitzicht en verdedigingskenmerk verloor; tenslotte werd het geheel grondig gemoderniseerd. De oprichting van het majestatische kasteel van Beloeil moet een hele tijd in beslag genomen hebben en de bouw werd voltooid met de oprichting van de twee vrijstaande zijvleugels.

De linkervleugel — die als koetshuis dienst deed — heeft aan de voorzijde een fronton — voorzien van het jaartal 1682 — met, in reliëf, het wapen van Maria-Clara van Nassau (Brussel 7 oktober 1621 — Beloeil 1695), prinses de Ligne, enz.

De rechtervleugel, waarin vroeger de paardestallen waren ondergebracht (en waarin later de prachtige O.-L.-Vrouwekapel werd ingericht), werd in 1699 door haar zoon, prins Hendrik-Ernest (1644-1702), voltooid.

Op 14 december 1900 werd het kasteel verwoest door een hevig uitslaande brand, die enorme schade aan het gebouw aanrichtte. Het prachtig meubilair en de kunstverzamelingen (schilderijen, boeken, kunstvoorwerpen, enz.) konden gelukkig grotendeels gered worden, dankzij de buitengewone hulpvaardigheid van de plaatselijke bevolking, die zeer gehecht was aan haar prinsen.

De beide zijvleugels bleven gevrijwaard van zware brandschade en zij zijn dan ook de enige autentieke overblijfselen van het monumentale geheel dat Beloeil was op het einde van de 17de eeuw. In 1901 werd het kasteel herbouwd — op hetzelfde grondplan, maar moderner — door de Parijse architekt Sanson.

Het kasteelinterieur is buitengewoon rijk aan meubelen, schilderijen, kunstvoorwerpen, e.d., een interieur, een vorst waardig! Ook de tuinen van Beloeil — terecht het «Belgische Versailles» genoemd, zijn een buitengewone streling voor het oog en een bezoek overwaard.

Veel meer over Beloeil, door kasteel-o-loog Paul Arren,  is te vinden in deel 4 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel”.

Kasteel de Ligne

Filed Under (Deel 6, Henegouwen) by

Tagged Under : , ,

vknk_antoingIn de 11de eeuw is er reeds sprake van een heer van Antoing, gehuwd met Flandrine, een dochter van Godfried van Namen. Hun oudste zoon en opvolger, Hugo I, heer van Antoing en Epinoy, huwde met Ancilide de Wavrin, waarna hun zoon, Hugo II — in 1191 getrouwd met Agnès de Baudour — de volgende heer van Antoing werd. Allard van Antoing, zoon en opvolger van Hugo II, werd op zijn beurt opgevolgd door zijn oudste zoon, Hugo III van Antoing, die deelnam aan de Vijfde Kruistocht. Zijn zoon, Hugo IV van Antoing, huwde eerst met Sibille van Wavrin en hertrouwde, na haar dood, met Isabeau de Bethune. Uit het eerste huwelijk stamde Hugo V van Antoing, heer van Quinci vanaf 1265, provoost van Douai, enz., getrouwd met Isabeau van Buggenhout, die haar gemaal twee zonen schonk: Hugo VI, die volgt, en Henri van Antoing, ridder; heer van Buggenhout; enz., aan de zijde van de graaf van Henegouwen gedood, in 1345, in de Slag van Staveren.

Hugo VI van Antoing trouwde met Maria Vilain, burggravin van Gent; vrouwe van Edingen, Sotteghem; enz., en dit echtpaar zorgde voor twee kinderen :

  • Hugo VII, die jong stierf; en
  • Isabeau (+ 1354), die eerst met Hendrik van Leuven, heer van Herstal, Gaasbeek, enz., huwde en na diens dood hertrouwde met Alfons van Spanje, troonpretendent van Castilië, enz., die echter reeds in 1327 stierf. In 1329 hertrouwde Isabeau met Jan, burggraaf van Melun (+ 1347).
  • …/…
    De familie de Ligne met het kasteel van Beloeil als stamslot, bezat nog verschillende kastelen, o.a. : Moulbaix in Namen, Neuville in Luik, Les Croisettes te Suxy in Luxemburg, enz. De genealogie de Ligne kwam voor bij de bespreking van kasteel van Beloeil (Van Kasteel naar Kasteel — deel 4), die we hier niet herhalen. Voor Antoing vatten we de draad op bij de tweede tak van de familie, die begint met prins Charles-Joseph de Ligne, oudste van vier kinderen uit het derde huwelijk van prins Eugeen de Ligne (1804-1880) met Hedwige, prinses Lubomirska.

    Meer over dit kasteel in deel 6 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door kasteel-o-loog Paul Arren.

    Kasteel van Bruyelle

    Filed Under (Deel 9, Henegouwen) by

    Tagged Under : , , , ,

    vknk_bruyelleOver het grondgebied van Bruyelle liep een Romeinse heirweg en aan die baan werden funderingen aangetroffen van Romeinse bouwwerken evenals een aantal Romeinse munten van o.a. Marcus Aurelius (121-180), Romeins keizer van 161 tot 180.

    Bruyelle is een oude heerlijkheid die afhing van de baronie van Antoing en de eerste heren van Bruyelle waren telgen uit het geslacht de Brufelle.

    In de 12de-eeuw werd op het grondgebied van Bruyelle reeds een eerste burcht opgericht, middenin een moerassig gebied. Wie de oprichter van die sterkte was en hoe die eruit zag is echter niet geweten.

    Van die versterking zijn nog grondvesten bewaard gebleven onder het huidig binnenplein en in enkele kelders van het huidig kasteel. Een net van gangen en kelderruimten werd tijdens Wereldoorlog I blootgelegd toen enkele obussen op dit binnenplein insloegen.

    De heerlijkheid Bruyelle kwam in het bezit van de graven du Chastel door het huwelijk — in 1380 — van Gerard du Chastel, heer van La Howarderie; enz. met Isabelle van Henegouwen-Bruyelle, erfvrouwe van Aix-en-Pévèle; enz., dochter van Jan I, graaf van Henegouwen, heer van Aix-en-Pévèle, Bruyelle; enz. Zij was een afstammelinge van Willem II, graaf van Henegouwen (+ 1345) en van Johanna van Brabant, een dochter van Jan III, hertog van Brabant.

    In deel 9 van “Van Kasteel naar Kasteel” door kasteel-o-loog Paul Arren kan u veel meer lezen over kasteel Bruyelle.

    Kasteel van Acoz

    Filed Under (Deel 9, Henegouwen) by

    Tagged Under : , , , , ,

    vknk_acoz1Het kasteel van Acoz ligt in het gelijknamige Henegouwse plaatsje, op 9,5 km van Charleroi. Met de gemeentefusie van 1977 werd Acoz, samen met Gougnies, Joncret, Loverval en Villers-Poterie bij Gerpinnes gevoegd.

    De heerlijkheid Acoz werd op 15 oktober 1549 aangekocht door Jean Marotte, oudste van acht kinderen van Nicolas Marotte (+ 1548), heer van Arbre; burgemeester van Namen; enz., en van Richarde le Couvreur. Jean Marotte (+ 3 december 1582), heer van Boussu-en-Fagne; baljuw van Marcinelle, Châtelet en Couvin; enz., huwde met Marie de Henry (+ Luik 25 januari 1584), dochter van Mathieu de Henry, meier van Châtelet; enz., en van diens eerste vrouw Jeanne de Niquet. Het echtpaar Marotte-de Henry zorgde voor elf kinderen :

    — Jean (+ 20 augustus 1625), heer van Boussu-en-Fagne; grootbaljuw van Couvin; enz., trouwde — op 25 juli 1575 — met Marguerite de (of le) Sire (+ 5 augustus 1611), weduwe van François van den Hofstadt, heer van Bornival; enz.;

    — Antoine, die opvolgde in Acoz;

    — Winand (+ 21 juli 1623), licentiaat in de rechten; kanunnik van de Sint-Lambertuskatedraal in Luik; enz.;

    — Nicolas, heer van Fosteau; enz., was getrouwd met Agnès Tabolet, dochter van Lambert Tabolet, burgemeester van Dinant …/…

    Antoine Marotte bekwam — op 23 juli 1586 — van Filips II, koning van Spanje; graaf van Namen; enz., de samenvoeging van al zijn bezittingen in Acoz tot één volledige heerlijkheid, met lage, middelbare en hoge rechtsmacht onder één schepenbank. Hij huwde — op 10 juli 1580 in Châtelet — met Françoise du Jardin, kanunnikes van Donain; enz., dochter van Guillaume du Jardin, heer van Wodecq, Hérinnes; enz., en van Anne Buydens, genoemd Macquelrève. Antoine Marotte, opperbaljuw en meier van Châtelet; enz., werd, samen met zijn echtgenote, verpletterd onder de brokstukken toen hun woning in Châtelet op 4 december 1590 instortte. Uit hun echtverbintenis sproten vier kinderen …/…

    vknk_acoz2

    lees alles over Acoz in deel 9 van “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

    Kasteel du Val de Beaulieu te Attre

    Filed Under (Deel 5, Henegouwen) by

    Tagged Under : , , , , , , ,

    vknk_kbHet kasteel «du Val de Beaulieu» ligt aan de Avenue du Château van het Henegouwse plaatsje Attre. Tijdens het «Ancien Régime» vormden Attre en het aangrenzende Arbre (nu onder Ath) één enkele heerlijkheid.

    Ridder Wido van Attre werd vernoemd van 1210 tot 1222. Eén van de volgende eigenaars van het goed was Willem de Lalaing, die op 17 september 1411 een vrijheidskeure schonk aan de heerlijkheid.

    In 1502 werd Michel de Croÿ, heer van Sempy; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., heer van de heerlijkheid, maar reeds in 1510 stond hij zijn bezitting af aan de familie de Buignies. In 1562 verkocht de familie de Buignies kasteel en heerlijkheid van Attre aan de familie de Franeau.
    Een telg uit het geslacht de Franeau zou — naar aanleiding van een moord op een familielid — uit Engeland (waar de Franeau’s tot de landadel behoorden), gevlucht zijn en in onze streken beland zijn.

    … / …

    Philippe Franeau (Mons 27 januari 1539 — 1574) was de tweede zoon van Claude Franeau, heer van Gaillart, Brillon, enz., en van Jeanne Fourneau, genoemd van Bagenrieux, vrouwe van Caumont, enz. Philippe Franeau, heer van Hyon, Brillon, Arbre, Attre, Venize, enz., huwde met Jeanne François, erfvrouwe van Bertemont, enz., dochter van Sévérin François, heer van Séméries; enz., en van Jeanne de Brognart, genaamd le Valle. Het echtpaar Franeau-François had twee kinderen:

    • — Sévérin, die volgt; en
    • — Charlotte (1569-1623), huwde met Antoine van Doornik, baron van Oisy en Avrincourt; heer van Noyelles (Bellone), Adnonc, Mericourt, Faverolles, Chaucy, Rumaucourt, Placy, Quesnoy, Sandermont, enz., zoon van Ponthus van Doornik, ridder, en van Jeanne le Pesqueur.

    Sévérin Franeau (° Mons 22 januari 1564), ridder; heer van Hyon, Brillon, Arbre, Attre, Gommegnies, enz., trouwde met Adrienne van der Burch (een zus van Jan van der Burch, aartsbisschop van Kamerijk), dochter van Jan van…

    … Eveneens in het park staat een 1 7de-eeuwse, ronde duiventil (met op de top een klein klokketorentje), die goed is voor 3.800 nestelende duivenpaartjes.
    Dichtbij de achterzijde van het kasteel staat de voormalige schandpaal van Attre, die door de kasteeleigenaars voor vernieling kon behoed worden.

    Nadat een kasteeleigenaar entoesiast was teruggekeerd van een reis naar Zwitserland, liet hij — bovenop een steile rotswand van een oude steengroeve in het park — een Zwitsers chalet in hout optrekken.
    En dan is er ook nog de «Tour Vignou». Dit bouwwerk, waarvan nu nog slechts een torenfragment overblijft, zou — volgens de overlevering — het restant zijn van een imposante versterking, die reeds in de tijd van de Vikings werd opgetrokken. Afhankelijk van de diverse bronnen moet de oprichting van deze sterkte gesitueerd worden tussen de 9de en de 12de eeuw.

    Die toren, de «Tour Vignou», deed dienst als toevluchtsoord en behuizing van een plaatselijke bandiet en baanstroper: «Vignou» genoemd. Deze onverlaat hulde zich in een monnikspij en al buigend en biddend — zijn paternoster in de hand — schuifelde hij in de richting van de argeloze …

    Lees alles over dit kasteel in deel 5 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

    Chimay

    Filed Under (Deel 6, Henegouwen, kastelen) by

    Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , , , ,

    chimay_pzSamen met de abdij van Achel, Orval, Rochefort, Westvleteren (uitgeroepen tot “beste bier ter wereld”), Westmalle en het Nederlandse Koningshoeven met o.a. La Trappe vormen zij de enige echte trappistenbierfamilie op onze  aardbol. Bezoek ook eens hun site:  www.chimay.com.

    Het kasteel Chimay ligt in het centrum van de gelijknamige plaats, in de verste uithoek van de provincie Henegouwen, op 25 km van Beaumont.

    Volgens een tekening uit 1608 maakte het kasteel van Chimay, gebouwd op een 16 meter hoge rots, deel uit van de stadsomwalling van Chimay, die geflankeerd werd door een twintigtal torens.

    Het oudste gedeelte van het kasteel, de donjon of meestentoren, stamt uit de 12de eeuw, maar werd grondig verbouwd rond 1600. Hij heeft een rechthoekige plattegrond van 15 op 10 meter en kalkstenen muren van drie meter dikte.

    Deze, strategisch goed gelegen, sterkte werd regelmatig het doelwit van belegeringen en liep dikwijls zware schade op. In 1340 kwam een Frans leger Chimay belegeren waarbij de stad en het kasteel grotendeels werden platgebrand. Chimay kreeg talrijke belegeringen te verduren in de 14de en 15de eeuw en ook later werd het kasteel niet gespaard. Op 15 april 1554 werd Chimay ingenomen door de troepen van Henri II, koning van Frankrijk; in 1578 deed het leger van don Juan van Oostenrijk hetzelfde en de maarschalk van Bouillon, op zijn beurt, nam in 1595 de versterkte stad en het kasteel in. Op 28 november 1637 nam de hertog de Candale — met 8.000 soldaten — Chimay in. Hij ontmantelde het kasteel en liet de twee noordelijke torens opblazen. Op 27 mei 1640 stond er weer een Frans leger voor de sterkte, die opnieuw ingenomen, geplunderd en gedeeltelijk verwoest werd en in het begin van de 18de eeuw kwam maarschalk de Villars het scenario nogmaals herhalen. Telkenmale werd het kasteel weer opgebouwd, maar door de vele belegeringen, verwoestingen en plunderingen gingen vele originele zaken, in en rond het slot, onherroepelijk verloren.

    chimay_in

    In totaal werd het kasteel van Chimay zevenmaal door brand geteisterd, meestal door oorlogsomstandigheden.
    De laatste keer dat de rode haan kraaide, gebeurde dat in de nacht van 6 op 7 mei 1935. Een geweldige brand zette het kasteel in lichterlaaie en alleen de donjon en het theater ontsnapten aan het vuur, maar de rest was één smeulende ruïne. Zestien maand na die fatale brand was de heropbouw van het kasteel — naar de plannen van Charles de Croÿ uit 1606 — voltooid, en voor de realisatie hiervan tekende de bekwame restaurateur Raymond Pelgrims de Bigard.

    Lees verder over de geschiedenis van Chimay en het kasteel van Chimay (15 pagina’s ) in Van Kasteel naar Kasteel deel 6″ door Paul Arren, met onder meer een uitgebreide omschrijving van de opeenvolgende eigenaren van Chimay en het kasteel van Chimay:


    Ernest-Alexandre-Dominique, prins de Ligne-de Croÿ-Chimay-Arenberg (26 december 1643 — Pamplona 3 juni 1686), prins van Chimay en van het Heilig Roomse Rijk; graaf van Beaumont en Fresin; baron van Komen en Halewijn; beer van Vlaanderen; pair van Henegouwen; goeverneur en kapitein-generaal van het hertogdom Luxemburg en het graafschap Chiny; vice-koning en kapitein-generaal van Navarra, Grande van Spanje van Eerste Klasse; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., trad in het huwelijk — in Madrid, in het koninklijk paleis, op 18 oktober 1675 — met donna Maria-Antoinetta de Cardenas Ulloa y Balda Zuniga y Velasco († Mechelen 28 augustus 1691), hofdame van de Spaanse koningin, enz. Het huwelijk van prins Ernest bleef kinderloos waarna het prinsdom Chimay in 1686 overging op zijn neef PhilippeLouis de Hennin-Liétard d’Alsace († 25 maart 1688), zoon van Eugène de Hennin-Liétard en van Anne-Isabelle de Ligne-Arenberg.
    Philippe-Louis de Hennin-Liétard d’Alsace, prins van Chimay; graaf van Boussu en Beaumont; burggraaf van Auxy; baron van Liedekerke en Beveren; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., huwde — in 1673 — met Anne-Louise-Philippine Verreycken († Mechelen 22 april 1729), barones van Impden, enz., énige dochter van Charles, baron Verreycken; baron van Impden; enz., en van Marguerite-Eléanore van Aarschot-Schoonhoven. In het huwelijk de HenninLiétard-Verreycken werden zeven kinderen geboren