Kasteel Aische-en-Refail
Categorie (Deel 6, Namen) door
Sleutelwoorden : d'Oultremont, de Neuf, du Bois, Filips IV, Moretus de Bouchout

De heerlijkheid Aische-en-Refail (met de hoge, middelbare en lage justitie; alle geldboetes en verbeurdverklaringen; het jachtrecht en het recht van de dode hand; enz.) maakte deel uit van het domein der graven van Namen en koningen van Spanje, tot in het jaar 1648. In dat jaar werd de heerlijkheid, door koning Filips IV, voor 3.400 gulden afgestaan aan Aloysio du Bois.
Aloysio (of Aloïs) du Bois (+ 15 januari 1651), zoon van Louis du Bois en van Gertrude Pellicorne, huwde — op 13 november 1617 — met Anne de Heuvel, dochter van Gilles de Heuvel en van Catherine Tholincx. In het huwelijk du Bois – de Heuvel werden vijf kinderen geboren :
- Anne-Marie, werd religieuze;
- Gilles, die volgt.
- Suzanne, huwde in 1647 met Ambroise Ainscombe;
- Louis, overleed als kind; en
- Catherine (Venetië 19 juni 1622 — Antwerpen 27 oktober 1673), trouwde met Simon de Heuvel (1619-1678).
Gilles (of Aegidio) du Bois (1618 — 16 februari 1687), heer van Aische-en-Refail, Walhain, Calfene, enz., ontving — op 24 april 1672 — bij patentbrieven van koningin Maria-Anna in Madrid, adelsverheffing, gevolgd — te Madrid op 5 november 1672 — door de persoonlijke titel van ridder. Hij huwde in 1650 met Marie-Thérèse Tholincx (+ 28 november 1708), vrouwe van …./….
Het kasteeldomein van Aische-en-Refail — met 65 ha — werd geërfd door Marie-Caroline du Bois d’Aische, derde kind van het echtpaar du Bois-d’Oultremont. Nadat haar oudere zus, AnneJosèphe du Bois op 29-jarige leeftijd overleed nam Marie-Caroline de zorg voor haar kinderen op zich. Toen ook haar schoonbroer, Charles-Paul Moretus, weduwnaar van Anne-Josèphe du Bois, in 1850, overleed op 44-jarige leeftijd, nam zij haar intrek in het kasteel Vredenborg onder Boechout, om zich tenvolle voor de opvoeding van de weeskinderen te kunnen inzetten, terwijl Augustin van de Werve, eigenaar van het kasteel Hovorst onder Viersel, als voogd van de kinderen Moretus-du Bois optrad.
Charles Moretus en Anne du Bois hadden zeven kinderen, waarvan er twee als baby stierven. De jongste van de vijf overgebleven kinderen, Ludovic Moretus de Bouchout (Boechout 9 mei 1848 — Heist-op-den-Berg 30 april 1910), huwde — op 25 april 1871 — met Odile-Marie Geelhand (Antwerpen 29 september 1847 …..
Lees alles in deel 6 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

In de 11de eeuw is er reeds sprake van een heer van Antoing, gehuwd met Flandrine, een dochter van Godfried van Namen. Hun oudste zoon en opvolger, Hugo I, heer van Antoing en Epinoy, huwde met Ancilide de Wavrin, waarna hun zoon, Hugo II — in 1191 getrouwd met Agnès de Baudour — de volgende heer van Antoing werd. Allard van Antoing, zoon en opvolger van Hugo II, werd op zijn beurt opgevolgd door zijn oudste zoon, Hugo III van Antoing, die deelnam aan de Vijfde Kruistocht. Zijn zoon, Hugo IV van Antoing, huwde eerst met Sibille van Wavrin en hertrouwde, na haar dood, met Isabeau de Bethune. Uit het eerste huwelijk stamde Hugo V van Antoing, heer van Quinci vanaf 1265, provoost van Douai, enz., getrouwd met Isabeau van Buggenhout, die haar gemaal twee zonen schonk: Hugo VI, die volgt, en Henri van Antoing, ridder; heer van Buggenhout; enz., aan de zijde van de graaf van Henegouwen gedood, in 1345, in de Slag van Staveren.
De herkomst van de naam Ropstock is onbekend en werd pas op het einde van de 19de eeuw gegeven aan het kasteeltje, dat toen — op de plaats van een oud speelhuis — werd opgericht door de echtelieden van Hese-Cools.
Aye en omgeving hadden vroeger heel wat te lijden van doortrekkende troepen van allerlei pluimage, die van Namen naar Luxemburg trokken en omgekeerd, alles op hun weg plunderend en afbrandend. In 1625 werd het dorp verwoest door het leger van de Nederlanden en dat van Duitsland. In 1639 was er geen enkele inwoner in het dorp gebleven doordat alle huizen door de soldateska vernield waren. Tijdens de invallen van Lodewijk XIV werd het dorp nogmaals met de grond gelijkgemaakt. Het duurde dikwijls vele jaren vooraleer de rust hersteld was en de bewoners hun vernielde woningen weer opzochten en konden opbouwen.
Kasteel Schoonbeek ligt in het Limburgse plaatsje Beverst (op 4 km van Bilzen en 11 km van Hasselt), op het einde van de — in het centrum vertrekkende — Waterkasteelstraat. Beverst is een landbouw- en woondorp in de Demervallei, aan de rand van de Haspengouwse leemstreek en het Kempisch plateau.
Over het grondgebied van Bruyelle liep een Romeinse heirweg en aan die baan werden funderingen aangetroffen van Romeinse bouwwerken evenals een aantal Romeinse munten van o.a. Marcus Aurelius (121-180), Romeins keizer van 161 tot 180.
De familie de Brandenbourg bleef eigenaar van de heerlijkheid en het kasteel van Bioul tot in 1708, jaar waarin de ijzerindustrieel Guillaume de Bilquin, gehuwd met Marie de Baillencourt, er eigenaar van werd.