Kasteel Wissekerke
Categorie (Deel 1, kastelen, Oost-Vlaanderen) door
Sleutelwoorden : Bazel, de Recourt de Lens et de Licques, Marnix van St.-Aldegonde, oppidum, van de Kethulle, van Pottelberghe, van Steelant, vierschaar, Vilain XIIII, Vlaamse gotiek
Het kasteel van Wissekerke, het oude schepenhuis, de schandpaal, galg en banmolen, zijn een merkwaardig stuk middeleeuwse geschiedenis.
Niet ver van de vierschaar stond de schandpaal op een openbare plaats nabij de kerk. Daaraan werden de veroordeelden in kleine delicten tentoongesteld. De galg, waaraan de veroordeelden in zware kriminele zaken werden gehangen, stond vroeger aan de Hoogpoort, buiten in het veld. Dichtbij deze galg stond de molen, in 1585 door Servaas van Steelant gekocht voor 1.500 gulden van de graaf van Egmond. Die molen staat als «Galgenbergmolen» op de oude kaarten aangegeven.
De talrijke Romeinse vondsten te Bazel gedaan doen het bestaan vermoeden van een Romeins «oppidum», een kleine verschansing, opgebouwd als verdediging van de Romeinse heirbaan. In de IVde eeuw werden de Romeinen in onze streken verdreven door de Salische Franken, die zich op de villa’s van de Gallo-Romeinen vestigden. Zij vormden hun «sali» of grensposten op de plaats van de Romeinse staties. De natuurlijke grondhoogte van de kasteelgrond, 20 meter boven zeespiegel en Scheldebedding, was een ideale plaats voor een Frankische villa. Het was ook helemaal niet moeilijk deze te omringen met wallen en van een verdediging te voorzien. …/…
Zeelandse families als Schouthete, van Zuylen, van Vaernewyck, van Voorhout, e.a. hadden zich ondertussen al in het Land van Waas gevestigd. De ridderfamilie van Wissekerke te Bazel vond eveneens haar oorsprong in Zeeland; het was immers in deze Hollandse gemeente op het eiland Noord-Beveland dat zij haar leenrechterlijke macht uitoefende. Wanneer deze familie naar Bazel kwam is echter niet geweten. In 1344 ontmoeten we dan Clais van Barsele en zijn zoon Wolfaert, die zich vestigden op een landgoed nabij Gent en ook te Borssele in Zeeland. In 1280 werd deze Wolfaert van Borssele de tweede heer van Vere. Zijn zoon Jan van Borssele volgde hem op, maar werd te Delft vermoord.
In 1353 is er sprake van Henricus van Wissekerke die huwt met Jacoba van de Staepele. In 1400 is het zijn zoon Jan en later diens zoon, die kinderloos zal overlijden, die in de oude akten opduiken. Henricus was een zoon van Florens van Barsele en Gertrudis van Borssele …/…
Filip de Recourt de Lens et de Licques, baron van Wissekerke, enz., bekwam op 6 februari 1670 van koning Karel II de titel van graaf van Rupelmonde. Hij huwde op 21 april 1677 met Maria-Anna-Eusebia de Truchses (Truxis), geboren gravin van Waldburg-Wolfsegg, die op 3 november 1707 zou overlijden. Filip verbleef op het kasteel van Rupelmonde en liet Wissekerke aan zijn enige zoon Maximiliaan-Filip-Jozef-Eugeen, in 1705 gehuwd met Maria-Margaretha-Elisabeth d’Alègre.
Filip overleed op 28 augustus 1682 en Maximiliaan-Filip sneuvelde op 10 december 1710 op het slagveld van Villa-Viciosa, waarna hij werd opgevolgd door zijn enige zoon Ivo.
Ivo-Maria-Jozef de Recourt de Lens et de Licques, in 1731 gehuwd met Maria-Christina de Grammont (of Grandmont) sneuvelde in Beieren, in de slag van Pfaffenhoven, op 15 april 1745. Hij was de laatste mannelijke telg van zijn familie, want zijn zoon, Lodewijk, geboren op 24 april 1740, was vóór hem overleden. Maria-Christina de Grammont trad na de dood van haar echtgenoot in het klooster der Karmelietessen te Parijs.
Door het uitsterven van deze stam der familie de Recourt vervielen ….. /…
Het kasteel van Wissekerke blijft één der merkwaardigste en mooiste gebouwen uit het leenroerig tijdperk, een stille getuige van middeleeuwse zuivere Vlaamse gotiek, zich bewust van zijn sterkte, die de eeuwen wist te trotseren.
Naast de wallen, als een afsluiting links en rechts van de voorkoer, stonden de stallingen en de schuren, daar stond het «Spycker».
In 1562 verkreeg Servaas van Steelant van de bisschop van Gent een kapelnij ter ere van Sint-Servatius: «toegestaen met een H. Misse te doen in thuysse van Wissekercke». Sedert die tijd bleef de kapel behouden op het kasteel. Bij een latere restauratie kreeg deze kapel een uiterlijk religieus karakter door toevoeging van drie brandglazen in vlamgotiek.
Op 29 oktober 1583 werd het kasteel zwaar beschadigd. Het werd bewoond door de grootbaljuw Servaas van Steelant toen de legers van Marnix van St.-Aldegonde, langs de Schelde om, de versterking van Rupelmonde aanvielen. Toen Marnix zag dat hij Wissekerke niet kon innemen voerde hij karrevrachten stro aan en stak het kasteel in brand. De gehele linkervleugel brandde uit en ook de ophaalbrug werd vernield, Op dezelfde dag staken de soldaten ook het Schepenhuis van Bazel in brand, dat eveneens gedeeltelijk werd verwoest. De ijzeren ankers die men op de zijgevel ziet, duiden op het herstel van het huis : 1583-1590.
Lees alles over kasteel Wissekerke in deel 1 “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren