Modave

Filed Under (Deel 2, Luik) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Modave, een gemeente in de Condroz, op 13,5 km van Huy (Hoei), omvatte eertijds twee verschillende heerlijkheden: Grand-Modave en Petit-Modave, gescheiden door de Hoyoux. Beide heerlijkheden werden dikwijls verenigd onder dezelfde heer waarbij Petit-Modave als leengoed afhankelijk was van Grand-Modave.

Als heren vinden we er eerst de Modaves, met Walther I de Modave als eerste bezitter, en dit geslacht zal tot in de XVIde eeuw het kasteelgoed blijven beheersen. Later vinden we dan de families Haultepennes, Saint-Fontaines en de beroemde familie Marchin, waarvan Jean de Marchin de heerlijkheid bezat van 1642 tot 1682. Daarna kwam de prinsbisschop van Luik die het kasteel overliet aan kardinaal de Fürstenberg, welke het op zijn beurt schonk aan de gravin douairière van der Marck.

…(meer over de opvolgende eigenaren is te lezen in het boek)…

vknk_modave2

Tot in de XVIIde eeuw verhief zich een grote slottoren — een waar arendsnest dat dagtekent uit de eerste tijden van het feodale stelsel — loodrecht boven de Hoyoux. Jean-Gaspard-Ferdinand de Marchin (overleden in 1673), een groot krijgsman; luitenant van de «Grand-Condé»; graaf van het Heilig Roomse Rijk en ridder van de Orde van de Kousenband, bouwde het huidige kasteel, nadat het vorige gedeeltelijk in brand werd gestoken door de troepen van Lorreinen in 1651. De bouwkundige is niet bekend, maar het kasteel heeft met zijn stenen inkadering, zijn balustrades, mansarde-daken met dakvensters en driehoekig fronton een klassiek Frans karakter. Waarschijnlijk liet graaf de Marchin zich door de Franse monumenten inspireren.

Het voorplein dat toegang geeft tot het kasteel, door een mooie dreef van één kilometer met de kerk verbonden, ligt op een plateau dat een wijde vlakte vormt. Aan de achterkant van het kasteel is het uitzicht indrukwekkend : aan de voet van de 57 m hoge rots, waarop het kasteel prijkt, vloeit de Hoyoux, en het oog raakt verdwaald tussen de beboste heuvels. Beneden aan deze steile rots begint het park dat een uitgestrektheid heeft van 80 ha, gans ommuurd, waar damherten in volledige vrijheid leven. Het kasteel en zijn domein zijn dagelijks te bezoeken.

Bij het binnentreden van het kasteel … ( Lees verder in Van Kasteel naar Kasteel deel 2 door Paul Arren. )

Fontaine

Filed Under (Deel 8, kastelen, Namen) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , ,

fontaineKasteel Fontaine staat in Anthée, een gemeente in de provincie Namen, op ca. 12 km van Dinant, aan de weg van Dinant naar Philippeville.  Met de gemeentefusie van 1977 werd Anthée, samen met Falaën, Gerin, Serville, Sommière en Waillen bij Onhaye gevoegd.

Van 1863 tot 1872 werden in Anthée de overblijfselen opgegraven van een uitgestrekte Belgo-Romeinse villa, die in de derde eeuw van onze jaartelling vernield werd bij de invallen van de Barbaren. De site is waarschijnlijk de belangrijkste in ons land en de gebouwen besloegen een oppervlakte van meer dan 6 ha, zonder de aanpalende — door muren omringde — tuinen.

Op 23 augustus 1914, bij de nadering van de Duitsers, vluchtten de inwoners van Anthée gedeeltelijk naar de omliggende bossen, gedeeltelijk naar het buurdorp Surice. Op 24 augustus drongen de eerste Duitse soldaten het dorp binnen en begonnen de huizen te plunderen. De dag erop werd Anthée in brand gestoken, waarbij 71 van de 73 huizen in de vlammen opgingen. Acht grijsaards, die niet gevlucht waren, werden gefusilleerd. Verschillende vluchtelingen, die in de bossen een schuilplaats zochten, werden met geweerschoten omgebracht. In Surice werden alle inwoners, evenals de vluchtelingen uit Anthée, door de Duitsers naar een weide tussen Surice en Rommedenne geleid, waar de mannen van de vrouwen werden gescheiden. Zonder enig proces werden alle mannen boven de 40 jaar, in het bijzijn van hun echtgenotes en kinderen, koelbloedig doodgeschoten.

De voormalige heerlijkheid, of ban van Anthée, bezat de rechtsmacht in de drie graden. Filips IV stond in 1626 één vierde van de heerlijkheid af aan Gérard de Groesbeeck; het overige gedeelte ressorteerde onder het kasteel van Agimont, in het baljuwschap Bouvignes.

Michel de Fontaine, kasteelheer van Agimont; enz., had uit zijn eerste huwelijk met Alix de Baileux twee kinderen: Ponchelet en Jean. Zijn tweede huwelijk, met Marie de Sceuves, leverde eveneens twee kinderen op Michel II en Baudry. Teneinde eventuele onenigheid na zijn dood te voorkomen, regelde hij — op 3 juni 1275 — zijn erfenis met Jan I, graaf van Loon; heer van Agimont; enz., als getuige. Aan Michel II de Fontaine werd het slot van Anthée, samen met alle aanhorigheden en afhankelijkheden toegekend.

(Het boek omschrijft o.a. de chronologische opvolging van eigenaars)