Kasteel Esen

Filed Under (Deel_11, kastelen, West-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , ,

vknk_essenRond het jaar 1775 stond er op het grondgebied van Esen, langs de baan Diksmuide-Woumen, een bescheiden landhuis, dat door de plaatselijke bevolking “Het Jachtpaviljoen” werd genoemd. Het was eigendom van Petrus-Eugène de Ruysscher, apoteker en eigenaar in Diksmuide (vermeldenswaard is het feit dat de familie de Ruysscher gedurende vijf generaties, van 1680 tot 1850, als apoteker gevestigd was in Diksmuide). Dit gebouw werd iets vóór 1863 afgebroken en op dezelfde plaats werd er, ogenblikkelijk na de afbraak, een rechthoekig kasteel gebouwd door Pierre-Antoine De Ruysscher (10 september 1795 – 6 juli 1863). Dit “Kasteel de Ruysscher” werd in de volksmond verbasterd tot “’t Russisch Kasteel”. Het was een gebouw in bak- en natuursteen van vier… lees verder in deel 11 pagina 63.

Edmond de Ruysscher legateerde zijn kasteeldomein aan Eugène-Henri, ridder Hynderick de Ghelcke, vijfde van zes kinderen van Auguste-Charles-François-Xavier-Marie-Ghislain, ridder (vanaf 15 maart 1829) Hynderick (1817-1883), luitenant bij de kavalerie; schepen van Ieper; majoorkommandant van de burgerwacht te Ieper; enz., en van Ida-Marie-Emilie-Louise-Ghislaine de Ghelcke (1823-1891). Bij K.B. van 18 mei 1910 kregen de toen nog in leven zijnde kinderen van het echtpaar Hynderick-de Ghelcke : Louise-Marie (1849-1927); Marie-Emilie (1855-1926); Eugène-Henri …..

Tijdens Wereldoorlog I werd het kasteeldomein het voorwerp van verwoede gevechten. Het kasteel werd door de Duitsers ingenomen en tot een ware sterkte herschapen. Loopgraven werden aangelegd, die door hoge prikkeldraden beschermd werden, en in de kasteelmuren werden schietgaten aangebracht van waaruit talrijke mitrailleurs dood en vernieling zaaiden. Dagenlang probeerden Belgische en Franse militairen het bolwerk in te nemen, maar moesten zich steeds met zware verliezen terugtrekken. Toen de Geallieerden zich op het nabijgelegen kerkhof van Diksmuide hadden verschanst, werd ….

In 1933 was het Esenkasteel getuige van een vliegtuigramp. Op 28 maart 1933 vertrok de “City of Liverpool” (een Armstrong Whitworth Argosy II van Imperial Airways) vanuit Keulen naar Croydon in Engeland met aan boord drie bemanningsleden en vier passagiers. Er stonden achttien rieten vliegtuigzetels in deze luxueuze, vliegende versie van de Orient Express. Het vliegtuig maakte een tussenlanding op het vliegveld van Haren nabij Tongeren, waar nog acht passagiers instapten, en vertrok uiteindelijk met….

Modave

Filed Under (Deel 2, Luik) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Modave, een gemeente in de Condroz, op 13,5 km van Huy (Hoei), omvatte eertijds twee verschillende heerlijkheden: Grand-Modave en Petit-Modave, gescheiden door de Hoyoux. Beide heerlijkheden werden dikwijls verenigd onder dezelfde heer waarbij Petit-Modave als leengoed afhankelijk was van Grand-Modave.

Als heren vinden we er eerst de Modaves, met Walther I de Modave als eerste bezitter, en dit geslacht zal tot in de XVIde eeuw het kasteelgoed blijven beheersen. Later vinden we dan de families Haultepennes, Saint-Fontaines en de beroemde familie Marchin, waarvan Jean de Marchin de heerlijkheid bezat van 1642 tot 1682. Daarna kwam de prinsbisschop van Luik die het kasteel overliet aan kardinaal de Fürstenberg, welke het op zijn beurt schonk aan de gravin douairière van der Marck.

…(meer over de opvolgende eigenaren is te lezen in het boek)…

vknk_modave2

Tot in de XVIIde eeuw verhief zich een grote slottoren — een waar arendsnest dat dagtekent uit de eerste tijden van het feodale stelsel — loodrecht boven de Hoyoux. Jean-Gaspard-Ferdinand de Marchin (overleden in 1673), een groot krijgsman; luitenant van de «Grand-Condé»; graaf van het Heilig Roomse Rijk en ridder van de Orde van de Kousenband, bouwde het huidige kasteel, nadat het vorige gedeeltelijk in brand werd gestoken door de troepen van Lorreinen in 1651. De bouwkundige is niet bekend, maar het kasteel heeft met zijn stenen inkadering, zijn balustrades, mansarde-daken met dakvensters en driehoekig fronton een klassiek Frans karakter. Waarschijnlijk liet graaf de Marchin zich door de Franse monumenten inspireren.

Het voorplein dat toegang geeft tot het kasteel, door een mooie dreef van één kilometer met de kerk verbonden, ligt op een plateau dat een wijde vlakte vormt. Aan de achterkant van het kasteel is het uitzicht indrukwekkend : aan de voet van de 57 m hoge rots, waarop het kasteel prijkt, vloeit de Hoyoux, en het oog raakt verdwaald tussen de beboste heuvels. Beneden aan deze steile rots begint het park dat een uitgestrektheid heeft van 80 ha, gans ommuurd, waar damherten in volledige vrijheid leven. Het kasteel en zijn domein zijn dagelijks te bezoeken.

Bij het binnentreden van het kasteel … ( Lees verder in Van Kasteel naar Kasteel deel 2 door Paul Arren. )

Kasteel Ten Berghe

Filed Under (Boekdelen, Deel_11, kastelen, West-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , , ,

vknl_tenbergheHet 35 ha grote kasteeldomein  ten Berghe bevindt zich in Koolkerke, op twee km van Brugge. Het domein is gelegen aan de Dudzeelsesteenweg 313, richting Knokke. Ten Berghe was oorspronkelijk een aparte heerlijkheid die in1350 toebehoorde aan een baron van (of de) Rode(n), telg uit een oud adellijk geslacht, dat lang geleden is uitgestorven.

De familie de Rode(n) verkocht in 1487 de heerlijkheid ten Berghe aan Jacques Despars, de befaamde “chirurgyn”, die Europese bekendheid verwierf als lijfarts, ambassadeur, raadgever; enz. van Filips de Goede, Karel de Stoute en Maximiliaan van Oostenrijk. Filips de Goede (1396-1467), werd – als hertog van Boergondië – opgevolgd door Karel de Stoute (1433- 1477) en die had slechts één dochter, Maria van Boergondië (1457-1482), die het bewind in de erflanden van haar vader overnam. Tijdens een jachtpartij in de bossen van Wijnendale (Torhout) verongelukte de hertogin op 25-jarige leeftijd waarna haar gemaal, Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519), haar opvolgde als regent in de Nederlanden.

De Vlaamse steden kwamen in opstand tegen zijn bestuur, waarna Maximiliaan Brugge bij verrassing wilde inpalmen. Dit plan mislukte en de Bruggelingen namen hem op 5 februari 1488 gevangen. Hij werd in een vergrendelde kamer, bewaakt door 36 man, opgesloten. Na tal van toegevingen aan de Staten-Generaal (o.a. het opgeven van de Franse kroon; de rechten op de schepenambten; de voogdij en de opvoeding van zijn zoon; wegsturing van alle buitenlandse troepen; afstand van zijn regentschap over Vlaanderen en de volledige amnestie van dit graafschap; enz.) werd hij in mei daaropvolgend vrijgelaten. In 1490 werd het kasteel ten Berghe belegerd, zwaar beschadigd en geplunderd door Hollandse huurlingen. De kasteelbezetting werd gedood en in de boomgaard, achteraan de bijgebouwen van ten Berghe, met de voeten omhoog opgehangen. Kenmerkend voor die tijd is wel het feit dat Jacques Despars op dat ogenblik in Aalst onderhandelde met een gezant van keizer Maximiliaan over de stad Brugge. Tijdens die gesprekken gaf Maximiliaan de opdracht om ten Berghe, de woonst van Despars, met de grond gelijk te maken.

vknk_tenberghe2

Jacques Despars en zijn zoon Jacques II Despars restaureerden het kasteel vóór 1500. De donjon of meestentoren, die onherstelbaar beschadigd was, werd niet meer heropgebouwd. In 1569 kwamen heerlijkheid en kasteeldomein ten Berghe aan Nicolaes Despars.

… Omdat de mannelijke leden van de familie Hoobrouck het wapengekletter boven het huwelijk verkozen stierven, of sneuvelden zij – tijdens één van de talrijke veldslagen in die tijd – als vrijgezel. Er was dus een acuut gebrek aan mannelijke opvolgers en hierdoor kwam het niet onaardige familiefortuin (w.o. de baronie en het kasteeldomein van Moregem) aan Charles-Marie de Croeser, via zijn huwelijk met de laatste naamdraagster van dit geslacht.

Lees verder in Van Kasteel naar Kasteel deel 11 door Paul Arren.

Annevoie

Filed Under (Deel 2, kastelen, Namen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

annevoieDe grillige bochten van de Maas volgend, moeten we vaststellen dat deze, eens zo mooie en schilderachtige, omgeving ieder jaar weer een stukje van haar charme heeft moeten prijsgeven. In de énig mooie Maasvallei rezen de laatste eeuw tientallen fabrieken op en niets laat vermoeden dat hieraan een halt zal geroepen worden.

Als een oase van stilte, rust en schoonheid ligt op de linkeroever van de Maas, op 17  km van Namen, het kasteeldomein van Annevoie-Rouillon als het sprekend bewijs hoe het menselijk vernuft de natuur kan beheersen om haar tot ontplooiing te brengen en niet om haar te verwoesten.

Reeds in 1573 werden te Annevoie en omgeving ijzerfabrieken opgericht, de eigenaars hiervan bouwden op vele plaatsen kleine kasteeltjes, in de schaduw van de eens zo machtige feodale burchten.

Rond het jaar 1500 ging Jehan Servais uit Namen medicijnen studeren in Montpellier. Toen hij van deze befaamde universiteit terugkeerde werd hij, door zijn vrienden, Jehan de Montpellier genoemd. Deze naam zou blijven bestaan als zijn familienaam, en werd door al zijn nakomelingen overgenomen. Vanaf 1640 waren verschillende telgen van het geslacht de Montpellier heer van Yvoir, waar de familie belangrijke eigendommen bezat.

In 1696 erfde Jean de Montpellier, via Catherina de Halloy, zijn tweede echtgenote, een belangrijk kasteeldomein in Annevoie. De familie de Halloy had in 1627 op dit eigendom een klein slot gebouwd, waarin een vierkante hoektoren (overblijfsel van een 15de eeuwse burcht) werd ingewerkt. Jean de Montpellier vergrootte, door diverse aankopen, zijn kasteeldomein te Annevoie.

In 1743 werd Charles-Alexis de Montpellier (1717-1807), baljuw van Montaigle; erfkamerheer van Namen; enz., geadeld door keizerin Maria-Theresia. In 1750 erfde hij van zijn vader alle bezittingen w.o. 7  hoogovens in Yvoir en het kasteeldomein van Annevoie. Hoogovens en ijzergieterijen brachten hem enorme fortuinen aan, waardoor hij op geen geldstukje moest zien om van Annevoie een prinselijk domein te maken. Met de hulp van architekt Phazelle vergrootte hij (tussen 1758-1775) het kasteel, tot het gebouw dat er nu nog staat, in de grijze kalksteen van de streek.

Het kasteeldomein van Annevoie bleef sindsdien, generatie na generatie, in het bezit van de familie de Montpellier. Frédéric-Adrien-Constant de Montpellier kreeg op 29 mei 1871 de toelating om bij zijn naam «d’Annevoie» te voegen.

Lees verder in “Van Kasteel naar Kasteel deel 2″ door Paul Arren.

Kasteel Beaulieu

Filed Under (Antwerpen, Deel_10, kastelen) by

Tagged Under : , , , , , , , , ,

Kasteel Beaulieu stond in Kapellen, noordelijk van Antwerpen, maar werd tijdens W.O. II volledig vernield en niet meer heropgebouwd. Het kasteelpark werd eigendom van Kapellen en als gemeentepark in gebruik genomen.

Kapellen heette eertijds “Hoghescote” (eerste vermelding in 1277) omdat het grondgebied iets hoger lag dan de naburige polderstreek.

Advokaat Joseph Schobbens vermeldt in het tweede deel van zijn drieluik “Dans la province d’Anvers” dat Beaulieu toebehoorde aan het echtpaar Edouard van den Berghe-Octavie Morel en dat het zestien ha grote kasteeldomein voordien eigendom was van dokter Vissers. Opzoekingen, in zowel de registratiekantoren van Kapellen, Brasschaat en Antwerpen, bleven — ondanks de vriendelijke en deskundige hulp — zonder resultaat. Dokter Vissers hebben we niet kunnen terugvinden, maar de volgende eigenaar, Edouard van den Berghe, gelukkig wel.

Edouard-Adrien-Joseph van den Berghe was het jongste van vier kinderen van Charles-JeanJoseph van den Berghe (1785-1832) en van Henriette-Marie-Isabelle Moretus (1793-1869), toenmalige eigenaars van het kasteeldomein Oude Gracht in Hoogboom (toen onder Ekeren, nu Kapels grondgebied).

Jonkheer Edouard van den Berghe (Antwerpen 17 maart 1821 — aldaar 14 februari 1881), huwde — in Froidmont bij Doornik op 8 december 1858 — met Octavie-Adèle Morel (Doornik 8 maart 1825 — Kapellen 26 december 1919), oudste van twee kinderen van Eugène-Louis Morel (1792-1852) en van Louise-Céline-Zoë Lefebvre (1804-1884). Het huwelijk van den Berghe-Morel bleef kinderloos waarna het kasteeldomein Beaulieu — met 14 ha 79 a 10 ca — op 1 april 1911 verkocht werd aan Emile, graaf Le Grelle, vierde van acht kinderen van Jean (genoemd Auguste)-Baptiste-Auguste-Antoine-Joseph-Louis-Guillaume, graaf Le Grelle (1817-1891), en van Mathilde-Henriette-Marie de Burbure de Wesembeeck (1819-1899).

beaulieu

Lees verder in Van Kasteel naar Kasteel deel 10 door Paul Arren.

Kasteel Genenbroek

Filed Under (Deel 6, Limburg) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , ,

vknk_genebroek2Het kasteel Genenbroek, in het Limburgse plaatsje Achel, werd verkeerdelijk Grevenbroe(c)k genoemd. Op diverse kaarten en plans duidt men Grevenbroek aan waar het om Genenbroek gaat; zelfs op foto’s en prentbriefkaarten waarop kasteel Genenbroek wordt afgebeeld staat steevast de benaming Grevenbroeck vermeld. Bijna zestig jaar lang was het kasteeldomein eigendom van de kruisheren, die eveneens de benaming Grevenbroek gebruikten.

Nu is Grevenbroek wel een bestaande kasteelruïne in Achel, enkele kilometer van Genenbroek gelegen, maar beide kastelen hebben met mekaar niets gemeen. De burcht Grevenbroek, één der machtigste sterkten van het graafschap Loon en de zetel van een gelijknamige heerlijkheid, die de stad Hamont met de gemeenten Achel en Sint-Huibrechts-Lille omvatte, werd op 31 juli 1702 verwoest door John Churchill, hertog van Marlborough (1650-1722) (een voorvader van Sir Winston Churchill), en niet meer heropgebouwd. Van die oude burcht zijn vandaag nog enkele muurresten overgebleven en geven ons een idee van de grootte van het complex.

vknk_genenbroek

Op de plaats van de huidige Sint-Benedictusabdij (de Achelse Kluis), stond rond 1650 het woonhuis van een priester die een naburige grenskapel bediende voor de Nederlandse katholieken uit de buurt. Rond 1685 stichtte Petrus van Eynatten, een leek uit het Nederlandse Eindhoven, er de gemeenschap van eremietenbroeders van de congregatie van de Heilige Jozef. Ze kozen als leefregel de Regel van Sint-Franciskus en later die van Sint-Benediktus. Die gemeenschap verdween echter volledig tijdens de Franse Revolutie. In 1846 kwam een groep trappisten uit Westmalle zich in de Kluis vestigen, na een verblijf van enkele jaren in Meersel-Dreef onder Meerle. Dit klooster werd in 1871 tot abdij verheven. De abdij stichtte in 1883 dochterhuizen te Echt (Nederland) en in Diepenveen (Nederland), in 1887 in het Belgische Rochefort en in 1958 te Kasanza in Zaïre. De abdij ligt in België maar haar eigendom strekt zich tot ver over de Nederlandse grens uit. Om als gast opgenomen te worden maakt men een afspraak met de gastenpater. Bezichtiging van de abdij kan enkel gebeuren mits schriftelijke toelating.

Op de plaats van het huidige kasteel Genenbroek stond oorspronkelijk een hoeve en die ging een heel eind in het verleden terug. In het Rijksarchief van Hasselt, in de gichten van…

Leest verder over Kasteel Genenbroek in Van Kasteel naar Kasteel deel 6” door Paul Arren.