Kasteel d’Aertrycke

Filed Under (Deel 6, Uncategorized, West-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , ,

In het midden van de 19de eeuw stond er, op de plaats van het huidige kasteel d’Aertrycke, het kasteel d’Aerdenhutte, dat toen eigendom was van Eduard de Potter. Van deze eigenaar kocht Camille-Charles-Auguste de Maere, in 1865, het kasteel en de omliggende gronden. Het bestaande kasteel werd afgebroken en op de grondvesten ervan verrees een nieuw kasteel, in 1868, naar ontwerp van architekt Jozef-Henri Schadde.

Jozef-Henri Schadde (1818-1894) was o.m. architekt van het voormalig station van Brugge (1877); de neoromaanse Sint-Amandskerk van Roeselare (1874); het kasteel du Parc inVlamertinge (1858); het kasteel de Blanckaert in Woumen; enz.
Gaandeweg werd het kasteelgoed — door diverse aankopen — vergroot en dit bosachtig domein werd, door parkarchitekt Fuchs (een befaamd tuinarchitekt die ondermeer het Ter Kamerenbos ontwierp), herschapen in een mooi uitgebalanceerd 1 9de-eeuws kasteelpark.
De geschiedenis van de familie de Maere strekt zich over vele generaties uit over het Land van Waas en dit minstens vanaf de 14de eeuw. Als vooraanstaande ambtenaren en belangrijke nijveraars, binnen de stad Sint-Niklaas, hebben verschillende telgen van het geslacht de Maere daar hun stempel gedrukt op de plaatselijke geschiedenis tot in de 19de eeuw.
…/…
Auguste de Maere vestigde zich, na zijn studies te Deventer, Amsterdam en Parijs, als 24-jarige ingenieur in de waterbouwkunde, te Gent. In 1855 werd hij voorzitter van de Gentsche Koormaatschappij; tevens was hij een talentvol cellist en toondichter.
Auguste de Maere was tevens een uitzonderlijk figuur in de Vlaamse Beweging en bracht verschillende, voor Vlaanderen belangrijke, vraagstukken ter sprake in de hoogste kulturele middens. Als volksvertegenwoordiger hield hij op 14 januari 1869 voor de Kamer een nu nog steeds indrukwekkende rede — met anti-klerikale tendens — waarin hij, aan de hand van statistisch materiaal, de achterstand van Vlaanderen bewees en waarin hij beklemtoonde dat de Vlaamse kwestie een sociale kwestie was.
Ook als waterbouwkundig ingenieur genoot hij internationale bekendheid. Zijn hulp werd o.a. ingeroepen voor geschillen rond overstromingen van de Rhône en het Zwitserse Lemanmeer. In 1879 fungeerde hij — op verzoek van Ferdinand de Lesseps — als sekretaris van een kongres rond het Panamakanaal. Tevens werkte hij konstant aan een projekt voor de bouw van een Vlaamse Zeehaven. Met zijn plannen om tussen Blankenberge en Heist een kunstmatige haven ……
Lees verder over dit kasteel in deel 6 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Kasteel Hof Ter Saksen

Filed Under (Deel 3, Oost-Vlaanderen, Uncategorized) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , , ,

vknk_saksen

Het Hof Ter Saksen behoort tot het kastelenpatrimonium van de gemeente Beveren-Waas, de grootste gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen.

Het Hof Ter Saksen ligt, in een prachtig park, in het westen van de gemeente, op de weg naar Haasdonk.

Er verdwenen — in de loop der eeuwen — verschillende kastelen in Beveren; één van deze verdwenen kastelen, het «Kasteel van Beveren» op de Singelberg — een machtig waterslot — was vroeger één der belangrijkste burchten rond Antwerpen.

Dit kasteel was het centrum van de uitgestrekte heerlijkheid «Het Land van Beveren». Het was hét voornaamste in de rij van sterkten langs de waterkant, waartoe ook Kraaienhof (Zwijndrecht); Hof ten Damme (Kallo); Bardemara (Vrasene); ‘t Hof te Voorhoute (Kemzeke); enz. behoorden.

Vanop de markt de Kasteeldreef en de Polderdreef volgend, bemerkt men, na ca. 2,5 km, aan de linkerkant van de weg een aarden heuvel: de Singelberg, het vergeten symbool — de échte bakermat van Beveren. De oorspronkelijke benaming van de Singelberg is «Beverenbroeck»; het laatste gedeelte van deze naam verwijst naar het moerassige broekland.

De Singelberg is een kunstmatig opgeworpen hoogte, die als burchtheuvel of «motte» dienst deed. Daarop verhief zich een versterkt kasteel, dat met een waterring omgeven was. Dat vertelt ook de naam Singelberg, want «singel» is een synoniem voor gracht of wal.

…/…

De familie van Beveren, kasteleinen van Diksmuide, bleven het kasteel bezitten tot in het begin van de XIVde eeuw. De heerlijkheid van Beveren, met het kasteel van Beverenbroeck, ging toen over naar de graven van Vlaanderen, die er een kastelein aanstelden, doch er zelf ook regelmatig hun intrek namen.

In 1395 werd het kasteel, in opdracht van Filips de Stoute, gerestaureerd en in 1485 werden er opnieuw herstellingen uitgevoerd. Verschillende bestormingen, onder Filips de Goede en tijdens de krijgsgebeurtenissen in de l6de eeuw, brachten zware schade aan de burcht toe, en wel zodanig dat er in 1526 zelfs een ingestorte toren en een omgevallen walmuur terug dienden opgebouwd te worden.

Eind oktober 1576 staken Spaanse soldaten het vuur aan de huizen van de markt te Beveren. Alle huizen werden vernield, evenals het «Wethuis» met de aldaar bewaarde oude handvesten en dokumenten. Twee jaar later vielen Gentse Geuzen de gemeente binnen en plunderden de kerk en het Wilhelmietenklooster. Tevens veroverden deze Geuzen het kasteel van Beveren totdat, op 5 november 1583, de heer van Wissekerke, hoogbaljuw van het Land van Waas, zich terug meester maakte van het kasteel. In de archieven van het kasteel van Wissekerke, berustend in het rijks- archief van Gent, staat aangetekend op 5 november 1583:

«Mynheere van Wissekercke ende den commissaris generael George Basto vertrock met alle tcrygsvolk van Boistenblye naer Beveren; aldaer ghearriveert zynde, hebben tcasteel van voornoemde prochie met appointemente inneghenomen ende daerop ghelegt Spaegnaerden, ende zyn in de voorn. prochie ghefourieert gheweest …»

In 1584 werd op Beverenbroeck de overgave van Antwerpen getekend tussen Marnix van Sint-Aldegonde en Farnese, hertog van Parma, die, gedurende de tijd dat hij Antwerpen belegerde, zijn hoofdkwartier had op de burcht van Beveren.

Dit is maar een heel klein uittreksel van wat beschreven werd over Hof ter Saksen in deel 3 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.