Kasteel Hassonville

Filed Under (Deel 6, Luxemburg) by

Tagged Under :

vknk_hassonville_wapenschild Aye en omgeving hadden vroeger heel wat te lijden van doortrekkende troepen van allerlei pluimage, die van Namen naar Luxemburg trokken en omgekeerd, alles op hun weg plunderend en afbrandend. In 1625 werd het dorp verwoest door het leger van de Nederlanden en dat van Duitsland. In 1639 was er geen enkele inwoner in het dorp gebleven doordat alle huizen door de soldateska vernield waren. Tijdens de invallen van Lodewijk XIV werd het dorp nogmaals met de grond gelijkgemaakt. Het duurde dikwijls vele jaren vooraleer de rust hersteld was en de bewoners hun vernielde woningen weer opzochten en konden opbouwen.

Kasteel Hassonville was eertijds de zetel van een laathof, afhangende van het feodaal hof van Laroche. De vroegst gekende bezitter van Hassonville was ridder Hubert de Waha, heer van Baillonville, enz., die genoemd werd in akten van 1322 tot 1361.

In de vijftiende eeuw werd Hassonville aan de nabijgelegen en belangrijke heerlijkheid Humain (ook Humyn geschreven) gekoppeld en deze vereniging duurde tot een eind in de 17de eeuw. Humain was het vierde pairschap van het graafschap Laroche.

Hassonville hoorde achtereenvolgens toe aan de families de Fexhe, Bolland (ook Boulant geschreven), de Carpentier de Haversin, de Cobreville, von Schönenburg en von Schwarzenberg.

…./…

Niemand minder dan Lodewijk XIV, koning van Frankrijk, zou — volgens de overlevering — aan zijn plaatselijk goeverneur opdracht gegeven hebben om in Hassonville een woonstede te bouwen waar de Zonnekoning en zijn gevolg konden verblijven tijdens jachtpartijen in de omgeving. Het werd een vorstelijke residentie, omringd door een immens groot en schitterend park, naar ontwerp van een assistent van de befaamde parkarchitekt Le Nôtre. Waarschijnlijk werd het kasteel echter verbouwd ten persoonlijken titel van de nieuwe eigenaar van het domein, Charles-Gauthier de la Veranderie, die zijn bezitting trouwens reeds vijf jaar later — op 8 februari 1692 — verkocht aan Jean-François Belhoste, zoon van François Belhoste, schepen van Marche, enz. Jean-François Belhoste die het verhef van Hassonville deed op 23 december 1692, was gehuwd met Jeanne Bouffeux. Na zijn overlijden had — op 20 oktober 1717 — de verdeling van zijn erfenis plaats en bekwamen François-Remacle Belhoste en Nicolas Belhoste, allebei vrijgezel, de heerlijkheid Hassonville in onverdeeldheid. Het jaar daarop stonden zij hun heerlijkheid af aan twee …./… lees verder in deel 6 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door kasteel-o-loog Paul Arren.