Kasteel Den Tip

Filed Under (Antwerpen, Deel 8) by

Tagged Under : , , , , ,

vknk_arendonk_den_tip

Vanaf de middeleeuwen was Arendonk bekend als het belangrijkste centrum in de Nederlanden voor de valkenafrichting. Aan alle grote hoven van Europa kon men Arendonkse valkeniers aantreffen en Parijs bezit zelfs een rue Arendonck, als hommage aan de gespecialiseerde valkenafrichters uit Arendonk.

Arendonk was in de 15de en 16de eeuw vermaard om zijn lijnwaadnijverheid en later — vanaf de 19de eeuw tot aan Wereldoorlog  I— gekend voor de sigarenfabrikatie.

…/…

Jonkheer Louis-Alphonse de Cartier werd — op 12 februari 1946 in Sint-Jans-Molenbeek — geadopteerd door zijn neef Emile, baron de Cartier de Marchienne, en kon — van toen af — de naam van zijn adoptievader voeren. Emile-Ernest, baron (vanaf 15 november 1919) de Cartier de Marchienne (Schaarbeek 30 november 1871 — Londen 10 mei 1946), doctor in de rechten; ambassadeur voor België; enz., was de oudste van twee zonen van Paul-Emile-Joseph-Ghislain de Cartier de Marchienne (1837-1887) en van Louisa-Jane Brown O’Meara (1849-1935). Baron Emile de Cartier de Marchienne had geen kinderen uit zijn twee huwelijken, waardoor hij zijn neef adopteerde om de naam de Marchienne in de familie te behouden. Marchienne (-au-Pont) was een oude heerlijkheid die gedurende lange tijd in handen van de familie de Cartier was.

Jonkheer Louis de Cartier de Marchienne bekwam — in Brussel op 9 februari 1968 van koning Boudewijn — de titel van baron, overdraagbaar bij eerstgeboorte.

Veel meer over Den Tip in deel 8 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren, kasteel-o-loog.

Kasteel Argenteau

Filed Under (Deel 8, Luik) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_argenteauHet oude ridderslot van Argenteau bestond met zekerheid reeds in 1070, maar na talrijke belegeringen, verwoestingen en branden verrees er in 1683 een nieuw kasteel, dat tot op vandaag intakt bleef. Het bezit van één der laatste uitlopers van het Ardense hoogplateau, halverwege Luik en Maastricht, was strategisch heel belangrijk. Tevens was het een gedroomde plaats om zeer winstgevende tol te heffen op de Maas, met haar drukke handel.

De vroegstgekende heer van Argenteau was Thierry I van Argenteau (ook Theodoricus de Argentel, Argentael, enz. geschreven), die — samen met zijn broer Guillaume de Cennaco (= Ciney) — als getuige voorkwam op twee charters van Albéron II, bisschop van Luik (van 1134 tot 1145), in het jaar 1140.

De familie van Argenteau behoorde tot de zeer oude familie Orchimont, heren van Ciney en tevens tot het machtige geslacht van Houffalize. Winand van Houffalize, een zoon van Roland de Presle en van de erfvrouwe van Houffalize, was één der opmerkelijkste en moedigste ridders tijdens de Eerste Kruistocht (1096) onder Godfried van Bouillon.

…/…

Toen de Luikenaren in 1347 in opstand kwamen tegen hun prins-bisschop Englebert de la Marck, liepen zij ook storm tegen de kastelen van diens edellieden, vazallen en getrouwen. Ook de burcht van Argenteau werd belegerd mede uit woede om de hoge belastingen die Renaud hief op de Maas. Arnaud IV d’Argenteau ging hulp halen bij de Brabantse hertog en liet zijn kasteel achter in handen van een garnizoen van 130 soldaten. De Luikse milities gingen er grof tegenaan. Aarden potten, gevuld met kokend lood, en roodgloeiende ijzeren staven werden met katapulten het kasteel ingeslingerd. De rots, waarop de machtige burcht stond, werd ondermijnd waarna een krachtige springlading een groot deel van de omwalling naar beneden deed tuimelen. Het kleine garnizoen gaf zich uiteindelijk over op 15 juni 1347, waarna de Luikenaren onmiddellijk begonnen met het kasteel te slopen, dat ze brandend als een toorts achterlieten. De troepen van de Brabantse hertog kwamen niet tijdig genoeg om de totale vernieling van Argenteau te beletten. Zij stootten wel op het terugtrekkende Luikse leger, in de velden nabij Waleffe, en behaalden een onvruchtbare overwinning.

Renaud III d’Argenteau herbouwde onmiddellijk zijn kasteel en van deze burcht zijn enkele gravures bewaard gebleven. Het kasteel stond bovenop een geïsoleerde rotsachtige heuvel en was omgeven door stoere torens, die de steile rotswanden verlengden.

Lees verder veel meer in deel 8 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door kasteel-o-loog Paul Arren.

Kasteel van Beerlegem

Filed Under (Deel 8, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_beerlegem

Beerlegem was een oude heerlijkheid die vroeger toebehoorde aan een familie van die naam. Theodoricus van Berleghem werd vermeld in een akte uit 1196 en in 1473 was Isabella van Berleghem erfvrouwe van Beerlegem, Heule, Leeuwergem; enz.    Zij huwde met Walter van der Gracht   (+ 1505), ridder; heer van Moorsel, Wevelgem; enz., zoon van Guidolphe van der Gracht en van Isabella de Halowin. Het gezin van der Gracht — van Berleghem had vijf kinderen, waaronder François, die opvolgde in Beerlegem.

François van der Gracht, ridder; grootbaljuw van Gent; heer van Leeuwergem; enz., huwde met Antoinette van Stavele, burggravin van Veurne; enz., die haar gemaal twee dochters schonk Anne en Elisabeth, waarvan de eerste opvolgde in de heerlijkheid Beerlegem.

In 1602 werd de heerlijkheid Rode (vroeger meestal Rhode(s) geschreven), door Hendrik IV, koning van Frankrijk, verkocht aan Simon Rodriguez (Antwerpen 1560 — aldaar 23 mei 1618), ridder; enz., zoon van Emanuel Rodriguez, zaakgelastigde van koning don Sebastiaan van Portugal in de Nederlanden; enz., en van dona Catharina Lopez de Elvas. Het heerlijk kasteel van Rode stond te Schelderode, tussen de kerk van die plaats en de Schelde. Het slot werd rond 1460 vernield maar onmiddellijk heropgebouwd. In de l6de eeuw werd het door de Beeldenstormers ingenomen en platgebrand, maar kort nadien verrees er een nieuwe burcht. Ten tijde van historiograaf Sanderus (1586-1664), was de versterking van Rode alweer in as gelegd en ditmaal was de vernieling definitief. Simon verwierf ook het kasteel Terslen in Derschel, waar hij regelmatig weelderige feesten gaf.

Simon Rodriguez, gehuwd met Anna Ximinez van Arragon, voegde bij zijn naam de titel d’Evora, naar de Portugese stad waarvan de familie afkomstig was. Tussen 1582 en 1596 kocht hij op de Meir te Antwerpen een indrukwekkend gebouwenkompleks, het latere grootwarenhuis Inno. De rijkdommen van de heer van Rode waren zo aanzienlijk, dat men hem «den cleynen coninck» noemde. Zijn hotel op de Meir werd dan ook in verschillende oude akten vermeld als »la casa del pequero Rey». In 1601 stichtte hij in de Vuyle- of Bargiestrate (de latere Otto Veniusstraat) een godshuis voor ouderlingen.

Simon Rodriguez d’Evora y Vega liet vier kinderen na :

  • Simon jr., die later aan bod komt;
  • Gracia, die volgt na haar broer Simon;
  • Maria, gehuwd met Karel Rijm, ridder; baron van Belle; heer van Schuervelt, Serkenbeke; enz.; en
  • Anna, getrouwd met Emmanuel de Bourgogne, heer van Lembecq; kapitein bij het regiment lansiers; enz.

Deze kinderen behielden — na de dood van hun vader — diens bezittingen in onverdeeldheid. In 1631 werd het vorstelijk hotel Rodriguez …/…

lees verder en meer in de reeks van auteur Paul Arren “Van Kasteel naar Kasteel” deel 8