Kasteel De Buerstede

Filed Under (Antwerpen, Deel 2, kastelen) by

Tagged Under : , , ,

vknk_wsHet kasteel de Buerstede was van oorsprong een oud versterkt hof, dat in de XVde eeuw toebehoorde aan de familie Sanders.

Jonkheer Jan Sanders, markgraaf van Antwerpen (1434-1451), enz., huwde eerst Catherina van de Werve, vrouwe van Cleydael (dochter van Jan van de Werve, schepen van Antwerpen, en van Clara van Wyneghem). Na haar dood hertrouwde hij met Beatrice Stoevers (of Stoovers), gezegd van der Bruggen, vrouwe van Buerstede, Stoevers, ten Essche, Ter Vekene, ter Bruggen, enz.

Jan Sanders overleed in 1466 en werd opgevolgd door zijn zoon, jonkheer Adriaan Sanders, heer van Cleydael, Aertselaer, Blaesvelt, Buerstede, Ter Vekene, enz., die te Aartselaar begraven werd op 1 november 1494. …/…

Na Jacob de Witte werd de heerlijkheid Buerstede aangekocht door jonker Jacques van Caestre, schepen van de stad Mechelen. In de akte van overdracht staat de heerlijkheid beschreven als :
“.. .‘t hof ende heerlijkheid van Buerstede, metten huize, landen, bossen en ander toebehoorten, af- en aanhankelijkheden vandien, gelegen onder den dame van Aartselaar, groot omtrent 14 bunderen, te leen gehouden van hare hooghedens leenhove van den lande van Mechelen, en dat met al de verlopen van cijnsen en vervallen, den voorseiden hove en heerlijkheid open en onbetaald staande, garanderende ‘t voorschreven hof en heerlijkheid van Buerstede met de toebehoorten vrij van alle renten en alle dergelijke lasten. “
In 1870 kocht René Moretus van Pierre de Moreau de kastelen van Bioul en Neffe en in 1876 kocht hij van de erven Karel de Crane d’Heysselaer-van Ertborn, het kasteeldomein de Buerstede onder Aartselaar. In 1878 kocht hij van Eugeen de Decker het «Hof van Brabant» onder Hoboken en in 1890 verwierf hij het kasteel «Steytelinck» onder Wilrijk uit de erfenis van de douairière Ullens-Ullens.
René Moretus huwde met Louise de Theux de Meylandt (1852-1923) en uit dit huwelijk sproten 4 kinderen :
  • — Marie Moretus 0873-1926), huwde in 1894 met Louis, graaf de Bergeyck (1871-1938).  Na de dood van haar vader erfde zij het kasteel van Neffe.
  • — Karel, graaf Moretus-Plantin de Bouchout, geboren in 1875,  huwde met Emilie de Bergeyck (1879-1940). In 1907 kocht hij van Gaston, graaf de …/…

Lees alles over de Buerstede in deel 2 “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren

Kasteel du Val de Beaulieu te Attre

Filed Under (Deel 5, Henegouwen) by

Tagged Under : , , , , , , ,

vknk_kbHet kasteel «du Val de Beaulieu» ligt aan de Avenue du Château van het Henegouwse plaatsje Attre. Tijdens het «Ancien Régime» vormden Attre en het aangrenzende Arbre (nu onder Ath) één enkele heerlijkheid.

Ridder Wido van Attre werd vernoemd van 1210 tot 1222. Eén van de volgende eigenaars van het goed was Willem de Lalaing, die op 17 september 1411 een vrijheidskeure schonk aan de heerlijkheid.

In 1502 werd Michel de Croÿ, heer van Sempy; ridder in de Orde van het Gulden Vlies; enz., heer van de heerlijkheid, maar reeds in 1510 stond hij zijn bezitting af aan de familie de Buignies. In 1562 verkocht de familie de Buignies kasteel en heerlijkheid van Attre aan de familie de Franeau.
Een telg uit het geslacht de Franeau zou — naar aanleiding van een moord op een familielid — uit Engeland (waar de Franeau’s tot de landadel behoorden), gevlucht zijn en in onze streken beland zijn.

… / …

Philippe Franeau (Mons 27 januari 1539 — 1574) was de tweede zoon van Claude Franeau, heer van Gaillart, Brillon, enz., en van Jeanne Fourneau, genoemd van Bagenrieux, vrouwe van Caumont, enz. Philippe Franeau, heer van Hyon, Brillon, Arbre, Attre, Venize, enz., huwde met Jeanne François, erfvrouwe van Bertemont, enz., dochter van Sévérin François, heer van Séméries; enz., en van Jeanne de Brognart, genaamd le Valle. Het echtpaar Franeau-François had twee kinderen:

  • — Sévérin, die volgt; en
  • — Charlotte (1569-1623), huwde met Antoine van Doornik, baron van Oisy en Avrincourt; heer van Noyelles (Bellone), Adnonc, Mericourt, Faverolles, Chaucy, Rumaucourt, Placy, Quesnoy, Sandermont, enz., zoon van Ponthus van Doornik, ridder, en van Jeanne le Pesqueur.

Sévérin Franeau (° Mons 22 januari 1564), ridder; heer van Hyon, Brillon, Arbre, Attre, Gommegnies, enz., trouwde met Adrienne van der Burch (een zus van Jan van der Burch, aartsbisschop van Kamerijk), dochter van Jan van…

… Eveneens in het park staat een 1 7de-eeuwse, ronde duiventil (met op de top een klein klokketorentje), die goed is voor 3.800 nestelende duivenpaartjes.
Dichtbij de achterzijde van het kasteel staat de voormalige schandpaal van Attre, die door de kasteeleigenaars voor vernieling kon behoed worden.

Nadat een kasteeleigenaar entoesiast was teruggekeerd van een reis naar Zwitserland, liet hij — bovenop een steile rotswand van een oude steengroeve in het park — een Zwitsers chalet in hout optrekken.
En dan is er ook nog de «Tour Vignou». Dit bouwwerk, waarvan nu nog slechts een torenfragment overblijft, zou — volgens de overlevering — het restant zijn van een imposante versterking, die reeds in de tijd van de Vikings werd opgetrokken. Afhankelijk van de diverse bronnen moet de oprichting van deze sterkte gesitueerd worden tussen de 9de en de 12de eeuw.

Die toren, de «Tour Vignou», deed dienst als toevluchtsoord en behuizing van een plaatselijke bandiet en baanstroper: «Vignou» genoemd. Deze onverlaat hulde zich in een monnikspij en al buigend en biddend — zijn paternoster in de hand — schuifelde hij in de richting van de argeloze …

Lees alles over dit kasteel in deel 5 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Kasteel Baronville

Filed Under (Deel 5, Namen) by

Tagged Under : , , , , , ,

vknk_uezOp 11 mei 1410 deed Pincart de Baronville, zoon van Huart, het verhef van de heerlijkheid. Diens énige dochter, Jeanne de Baronville, droeg haar vaders erfdeel over aan haar echtgenoot, Jacquemin d’Eve, heer van Vyle-en-Condroz.

Door het huwelijk van Gelle d’Eve, erfdochter van Jacquemin d’Eve en Jeanne de Baronville, met Everard de Fisenne, kwam Baronville aan deze laatste, die er op 14 februari 1456 het verhef van deed.

Everard de Fisenne, provoost van Durbuy, werd in Baronville opgevolgd door zijn énige zoon Jacquemin de Fisenne, die huwde met Antoinette de Lyx. Na de dood van Jacquemin de Fisenne was het zijn zoon Jean die — op 18 november 1529 — de volgende heer van Baronville werd.

Jean de Fisenne, heer van Baronville en Vyle-en-Condroz, overleed in 1538, waarna zijn echtgenote, Agnès de Hodister, het vruchtgebruik over de heerlijkheid Baronville bekwam. Na de dood van Agnès de Hodister deed haar dochter, Jeanne de Fisenne, het verhef van de heerlijkheid op 20 november 1540.

De heerlijkheid en het kasteel van Baronville kwamen in handen van de familie d’Orjo, door het huwelijk van Jeanne de Fisenne, vrouwe van Baronville en Vyle-en-Condroz, met Guy d’Orjo die er — op 19 mei 1559 — het verhef van deed. … / …

«Stamgenoot-naasting» was een oud Germaans recht dat voortsproot uit het oude samenbezit van het familiepatrimonium. De «naaste» erfgenaam uit ieder geslacht (hij die dus het dichtst verwant was aan een bezitter van enig feodaal recht of bezit) kon — voor eigen rekening en binnen een zekere tijdsduur — dit feodaal bezit terugvorderen wanneer dit door aankoop, erfenis of schenking in het bezit was gekomen van vreemden. De «naaster» diende wel het bedrag te betalen dat eventuele derden destijds hadden betaald en hij mocht de gevorderde goederen niet doorverkopen of schenken aan anderen.

Cathérine de Marotte de Montigny had — voor de aankoop van Baronville — een lening moeten aangaan bij o.a. het Celestijnerklooster van Luik. Door achterstel op de afbetaling van die lening kwam het klooster in het bezit van dit eigendom maar, op 16 maart 1669 — legden Valérien-Arnold de Wal, heer van Vyle, enz., en zijn verloofde, Jeanne-Marie de Celles, beslag op de helft van de heerlijkheid. Tien jaar later kwamen heerlijkheid en kasteel volledig in het bezit van laatstgenoemde personen.

Lees alles in deel 5 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Kasteel Esen

Filed Under (Deel_11, kastelen, West-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , ,

vknk_essenRond het jaar 1775 stond er op het grondgebied van Esen, langs de baan Diksmuide-Woumen, een bescheiden landhuis, dat door de plaatselijke bevolking “Het Jachtpaviljoen” werd genoemd. Het was eigendom van Petrus-Eugène de Ruysscher, apoteker en eigenaar in Diksmuide (vermeldenswaard is het feit dat de familie de Ruysscher gedurende vijf generaties, van 1680 tot 1850, als apoteker gevestigd was in Diksmuide). Dit gebouw werd iets vóór 1863 afgebroken en op dezelfde plaats werd er, ogenblikkelijk na de afbraak, een rechthoekig kasteel gebouwd door Pierre-Antoine De Ruysscher (10 september 1795 – 6 juli 1863). Dit “Kasteel de Ruysscher” werd in de volksmond verbasterd tot “’t Russisch Kasteel”. Het was een gebouw in bak- en natuursteen van vier… lees verder in deel 11 pagina 63.

Edmond de Ruysscher legateerde zijn kasteeldomein aan Eugène-Henri, ridder Hynderick de Ghelcke, vijfde van zes kinderen van Auguste-Charles-François-Xavier-Marie-Ghislain, ridder (vanaf 15 maart 1829) Hynderick (1817-1883), luitenant bij de kavalerie; schepen van Ieper; majoorkommandant van de burgerwacht te Ieper; enz., en van Ida-Marie-Emilie-Louise-Ghislaine de Ghelcke (1823-1891). Bij K.B. van 18 mei 1910 kregen de toen nog in leven zijnde kinderen van het echtpaar Hynderick-de Ghelcke : Louise-Marie (1849-1927); Marie-Emilie (1855-1926); Eugène-Henri …..

Tijdens Wereldoorlog I werd het kasteeldomein het voorwerp van verwoede gevechten. Het kasteel werd door de Duitsers ingenomen en tot een ware sterkte herschapen. Loopgraven werden aangelegd, die door hoge prikkeldraden beschermd werden, en in de kasteelmuren werden schietgaten aangebracht van waaruit talrijke mitrailleurs dood en vernieling zaaiden. Dagenlang probeerden Belgische en Franse militairen het bolwerk in te nemen, maar moesten zich steeds met zware verliezen terugtrekken. Toen de Geallieerden zich op het nabijgelegen kerkhof van Diksmuide hadden verschanst, werd ….

In 1933 was het Esenkasteel getuige van een vliegtuigramp. Op 28 maart 1933 vertrok de “City of Liverpool” (een Armstrong Whitworth Argosy II van Imperial Airways) vanuit Keulen naar Croydon in Engeland met aan boord drie bemanningsleden en vier passagiers. Er stonden achttien rieten vliegtuigzetels in deze luxueuze, vliegende versie van de Orient Express. Het vliegtuig maakte een tussenlanding op het vliegveld van Haren nabij Tongeren, waar nog acht passagiers instapten, en vertrok uiteindelijk met….