Cleydael

Filed Under (Antwerpen, Deel 5, kastelen) by

Tagged Under : , , , , , ,

Tot de weinige burchten die hun oorspronkelijk middeleeuws uitzicht bewaarden moet, als één der bijzonderste voorbeelden, het kasteel Cleydael in Aartselaar  gerekend worden. Deze lovende uitspraak komt van de Duitser Karl Wach, één der weinige buitenlandse specialisten, die een diepgaand onderzoek wijdde aan een aantal Vlaamse en Brabantse kastelen.

vknk_cleydael

Cleydael is dan ook een schoolvoorbeeld van een versterkt waterslot; langs alle zijden door diepe grachten omringd (gevoed door de wateren van de Grote Struisbeek), was het kasteel Cleydael gedurende vele eeuwen een voorpost van de verdedigingswerken rondom de stad Antwerpen. Reeds rond 1200 noemden leden van het geslacht Sanders, genaamd van Hemessen (= Hemiksem), zich heren van Cleydael. Het is dan ook heel waarschijnlijk dat de van Hemessens er in die periode reeds een versterking bezaten.

In 1331 werd Alexander Bode heer van Cleydael genoemd. Hij was een zoon van Gillis Bode en van Margaretha van Schelle (of Sanders) en de familie Bode behoorde tot de oudste patriciërsgeslachten van de stad Antwerpen.

Om een — op het eerste gezicht — onbegrijpelijke reden werden de Sanders’ van Cleydael onterfd, waarna het ganse leengoed door de hertog van Brabant geschonken werd aan ridder Geeraerd van der Elst.

Het is dan ook goed mogelijk dat de Brabantse hertog gebruik maakte van het feit dat Jan Sanders II overleden was zonder rechtstreekse opvolger, om Cleydael aan de Brabant-getrouwe Geeraerd van der Elst te geven. Voldoende reden om een vete te doen ontstaan tussen de familie van der Elst en de familie Sanders, die zich tekort gedaan voelde. De familie Sanders was blijkbaar niet bij machte om de zaken ongedaan te maken, want op de lijst der krijgsgevangenen in de Slag van Bösweiler (24 augustus 1371), waar het leger van de Brabantse hertog verslagen werd door dat van zijn aartsrivaal, de hertog van Gelre, komt ridder Geeraerd van der Elst voor met de vermelding «heer van Cleydael” ….

Joannes-Egidius Peeters d’Aertselaer, die bij zijn overlijden een netto nalatenschap van 2.971.944 gulden naliet, had drie dochters:

— Marie-Louise, die volgt;

— Thérèse-Françoise, gehuwd — op 3 november 1770 — met Philip-Louis, baron van de Werve (2 oktober 1748 — 23 april 1834), baron van Schilde; enz., zoon van Karel-Filips van de Werve (1706-1776), graaf van Vorselaar, baron van Lichtaart, Rielen; enz., en van Maria-Anna de Pret en reeds weduwnaar van Maria-Alexandrina de Fraula (19 oktober 1746 — 5 januari 1770); en

— Francisca-Jacoba (1751-1805), trad in 1778 in het huwelijk met Jean-Baptiste-Joseph Guyot (1748-1789), doctor in de rechten; grootaalmoezenier van de stad Antwerpen; enz.

Marie-Louise Peeters d’Aertselaer (1748-1804), erfde Cleydael en droeg het kasteeldomein over aan haar echtgenoot Hendrik-Jozef Stier (16 februari 1743-1821), die tevens de heerlijkheid Aartselaar kocht van de andere erfgenamen.

Lees verder in deel 5 – Van Kasteel naar Kasteel door Paul Arren

Brustem

Filed Under (Deel_10, kastelen, Limburg) by

Tagged Under : , , , , , , , , , ,

vknk_brusthemIn 1881 werd op het kasteeldomein van Brustem, in de nabijheid van het oude waterslot, een nieuw kasteel gebouwd door Ernest, baron de Pitteurs-Hiegaerts, zoon van Charles-Lambert de Pitteurs-Hiegaerts (1797-1863) en van diens tweede echtgenote Marie-Henriette van Houtem (1802-1841).

Théodore (genoemd Ernest)-Ernest-Louis-Ignace, baron (vanaf 20 juli 1876) de Pitteurs-Hiegaerts (Ordingen 13 februari 1835 — Brussel 22 november 1903), huwde — in Sint-Truiden op 26 juli 1870 — met zijn nicht Elise (genoemd Laure)-Hortense-Félicie-Laure de Pitteurs-Hiegaerts (Sint-Truiden 2 april 1838 — Brussel 6 januari 1906), dochter van ….. lees verder in Van Kasteel naar Kasteel deel 10” door Paul Arren.

…..  Op 28 juli 1171 werd Brustem in de as gelegd en de grafelijke burcht werd door de Sint-Truidenaren belegerd. De strijd eindigde voorlopig op 11 augustus 1171 met de dood van de Loonse graaf Lodewijk I. Na nog talrijke schermutselingen werd het graafschap Duras in 1190 bij het graafschap Loon ingelijfd, waardoor Brustem als grenspost sterk aan belang inboette. In het midden van de 19de eeuw stortte de burchttoren grotendeels in, nadat men op het gelijkvloers een opening had gekapt. Momenteel blijft er nog een half-ronde toren van ca. 10 meter hoogte over die dan

Kasteel Aigremont

Filed Under (Deel 1, Luik) by

Tagged Under : , , , , , ,

Naast het huidige kasteel van Aigremont stond vroeger een versterkte burcht. Van deze zware versterking blijven nog alleen de grondvesten over, met vier meter dikke muren, waarop later een hoeve werd opgetrokken.

De burcht van Aigremont was eertijds de zetel van een omvangrijk adellijk erfgoed, dat afhankelijk was van het prinsbisdom Luik. Maar de leenmannen van Aigremont namen het dikwijls op tegen hun eigen leenheer, de prinsbisschop van Luik, die zich dan ook dikwijls genoodzaakt zag Aigremont te belegeren en zijn vazal ter orde te roepen.

vknk_ai

…/…

In oude legenden vindt men de naam Aigremont nauw verbonden met die van de hertog van Beuves, oom van de vier Heemskinderen, beroemd om hun strijd tegen Karel de Grote.

Een historisch feit is de belegering van de burcht van Aigremont in 1241. De investituurstrijd — de strijd tussen het keizerlijk en het pauselijk gezag over het recht van investituur (de bevestiging van een nieuwbenoemde bisschop door het toereiken van een staf en een ring) — was nog niet uitgevochten. Otto von Eberstein, proost van Aken en gunsteling van Frederik II, was geïnstalleerd als prinsbisschop van Luik door Koenraad IV, zoon van Frederik II. De toenmalige paus, Gregorius IX, was niet geraadpleegd geworden en als tegenzet benoemde deze Willem van Savoye, een rivaal van Otto von Eberstein. Willem van Savoye overleed echter nog voor hij kon plaatsnemen op de bisschopszetel van Luik. De keuze van de paus en van de kanunniken van het Sint-Lambrechtskapittel viel tenslotte op Roeland van Thourotte, die werd ingehuldigd in de katedraal van Luik op Kerstavond van het jaar 1240. Alleen moesten de vertrouwelingen van Otto von Eberstein, die zich hadden teruggetrokken in de sterkte van Aigremont, nog verjaagd worden. De belegering van de burcht werd toevertrouwd aan de inwoners van Hoei (Huy), ter hulp geroepen door de wettige prinsbisschop van Luik, Roeland van Thourotte. Aigremont werd ingenomen en zwaar beschadigd.

… lees verder in Deel 1 “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Burcht de la Motte

Filed Under (Deel_11, kastelen, Waals Brabant) by

Tagged Under : , , , , , ,

vknk_motteDe burcht de la Motte stond in Archennes (Eerken of Herken), een gemeente in de provincie Waals-Brabant, aan de Dijle. Archennes, op      7  km van Waver. Van de burcht de la Motte, eertijds de zetel van de middeleeuwse heerlijkheid Archennes, blijven – middenin een weide – nog maar weinig zichtbare, door onkruid overwoekerde, resten over.

Oorspronkelijk hing de heerlijkheid Archennes af van het hertogdom Brabant, maar in de loop van de XIVde eeuw werd ze verheven tot vrij erfgoed. Op het einde van de 13de eeuw blijkt de familie d’Archennes (in mannelijke lijn) uitgestorven te zijn. De heerlijkheid werd toen teruggekocht door Jan I, hertog van Brabant, Limburg, enz., en in 1284 overgedragen aan …. (lees verder in deel 11 pagina 13 Van Kasteel naar Kasteel) door Paul Arren.

In 1537 werd Archennes – zowel het dorp als de burcht de la Motte – grotendeels vernield door rondtrekkende krijgsbenden. In 1542 gebeurde dat opnieuw door troepen aangevoerd door de Gelderse veldheer Maarten van Rossum. In 1578 was het alweer raak en werd de versterkte burcht van Archennes door Engelse troepen volledig vernield en zou niet meer worden heropgebouwd. Men weet dat er in 1600 in Archennes nog zes huizen overeind stonden, alle andere waren platgebrand of grondig vernield.

De familie de Amenzaga (nadien d’Amezaga geschreven), bleef gedurende bijna een eeuw in het bezit van de heerlijkheid Archennes, totdat erfdochter Jeanne-Marie-Françoise d’Amezaga (1708-1787), vrouwe van Archennes, Bossut, Nil-Pierreux, enz., haar bezittingen overdroeg aan haar echtgenoot Charles-Thierry (genoemd Théodore) Schotte (7 augustus 1708 – 3 a…..

Lees verder in “Van Kasteel naar Kasteel deel 11″ door Paul Arren.

Kasteel d’Ursel

Filed Under (Antwerpen, Deel 1, Video) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

Hingene is een schilderachtige Antwerpse poldergemeente, in het oosten begrensd door de Rupel en de Vliet en in het noorden door de Schelde, die hier al 350 m breed is. De Rupel, eertijds «Rupila» genoemd, gevormd door de samenvloeiing van de Nete en de Dijle, is te Hingene 200 m breed.

In het centrum van het dorp verheft zich het indrukwekkend kasteel van Hingene, midden een park van 18 ha. Het ontstaan van dit kasteeldomein gaat terug tot een omwalde schranshoeve uit de Frankische kolonisatie in de vijfde eeuw. De oudste vermelding ervan, aangehaald door kanunnik-geschiedschrijver Miraeus, dateert uit 1120.

vknk_du

Na deel uitgemaakt te hebben van het enorme domein der hertogen van Vendôme werd de heerlijkheid Hingene, met verschillende andere bezittingen, op 9 februari 1535 voor 30.000 gouden Carolus door Maria van Luxemburg, gravin van Vendôme, verkocht aan de machtige graaf Hendrik van Nassau.

Willem, graaf van Nassau, prins van Oranje, beter gekend als Willem de Zwijger, kleinzoon van Hendrik, leefde té prinselijk en moest Hingene verkopen om zijn schulden te kunnen betalen. Melchior Schetz, verwierf de heerlijkheid op 15 september 1560 voor 41.000 gulden. Dit was de laatste maal dat het landgoed verkocht werd, (tot in 1973) want vanaf toen zou het van generatie op generatie overgaan door overerving. De heren van de Schetz-dynastie behoorden tot de rijkste bankiers en kooplieden die Europa ooit had gekend.

…/…

Uit de familie van Ursel sproten verschillende schepenen en burgemeesters van Antwerpen. De laatste mannelijke telg van Ursel was schepen in 1525 en verschillende malen burgemeester van Antwerpen tussen 1532 en 1570. Hij verbond zich in een eerste huwelijk met Barbara van Liere, dochter van Willem van Liere en van Norbertina van Halmale; trouwde vervolgens met Clementine van der Heyden en ging een derde echtvereniging aan met Adriana Rockox. Van zijn eerste gade had hij twee kinderen :

  1. Maria, die huwde met ridder Ambroos Tucher, zoon van ridder Lazarus Tucher, raadsheer van keizer Karel V en later van diens zoon Philips II, en van Jakoba Cocquiel
  2. Katerina van Ursel, gehuwd met Gaspar Schetz.

Van zijn derde vrouw had Lansloot één dochter, Barbara, en het was deze edelvrouw die, als laatste erfgenaam van haar vader, door een akte van 17 maart 1617, haar neef Coenraad Schetz, zoon van Gaspar, baron van Wesemael, enz. en van Katherina van Ursel, als algemeen erfgenaam erkende, op voorwaarde dat hij en zijn afstammelingen de naam en de wapens van Ursel zouden overnemen….

lees verder in Deel 1 “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Het Kasteel d’Ursel heeft een stek op Youtube waar verschillende filmpjes te zien zijn waarin het kasteel centraal staat.

Bekijk meer filmpjes en fragmenten op de Youtube pagina van Kasteel d’Ursel